In het korte Agent 327-verhaal Dossier Pölkenbröt moet Hendrik IJzerbroot een rondje boksen tegen de beroemde bokser Pölkenbröt (Lodewijk dacht hier met weemoed terug aan het verse, nog warme brood van vroeger. Waar je zo lekker stukjes uit kon euh... pölken).
Op de aankondiging van de boksmatch (1) zien we naast de namen van IJzerbroot & Pölkenbröt die van (Jan) Wesseling en (Jan) Kruis. Twee van Lodewijks collega stripmakers voor Pep.
'De schuilnaam van 'n bekende Nederlandse illustrator' lees je in de tekstballon. Grapje.
De derde striptekenaar die Lodewijk hier (1) eert is John Cullen Murphy, de man die Prins Valiant overnam van Hal Foster. In de tijd dat dit Agent 327-verhaal in Pep verscheen publiceerde dat blad ook Cullen Murphy's Ben Bolt (2). Een boks-strip.
Op dezelfde pagina tekent Lodewijk een boksposter met het portret en de naam van Ben Bolt (3).


 

 


Dat de makers van Harry Dickson zich hebben laten inspireren door de grootmeesters van de klare lijn Edgar P. Jacobs en Hergé is zonneklaar...
Voor de zekerheid droppen ze echter ook een paar namen om alle twijfel weg te nemen. In het 9e album De wachters van de diepte spelen Harry en Tom voor 'Jack Sharkey' (4).
Sharkey is een oud-bokser, dus even later wordt er flink rond gemept. Sharkey is natuurlijk de handlanger van Olrik in de avonturen van Blake & Mortimer (5).
In het 11e Harry Dickson-album De diefstal van Het lam gods hebben twee Belgische detectives een arrestatie verricht (6).
De namen van die twee dappere detectives? Jansen & Jansens... bekend uit Kuifje.


 

 

Dick Matena tekende voor Eppo vanaf in 1975/1976 de piratenstrip Kleine Pier: De danser van Algiers.
Dick Matena dropt in Eppo #12 1975 zijn éigen naam in de strip...
Het opsporingsbericht voor Kleine Pier en zijn broer Lieven de Witt werd vervaardigd door 'ene Maetena' (7).
'Haastwerk,' heet het te zijn, maar wij hebben Matena wel eens haastiger aan het werk gezien...




Robert van der Kroft werd na het opgaan van Sjors en Pep door Eppo gevraagd de Sjors en Sjimmie-strip over te nemen. Robert was blijkens onderstaand plaatje uit Eppo #8 1976 goed op de hoogte van wat er - naast Eppo - allemaal nog meer te koop was aan stripblaadjes. Op de schutting naast de voetballende Sjors en Sjimmie hangen aanplakbiljetten (8) voor de striptijdschriften Vrije Balloen (9), Eppo (10) en Tante Leny Presenteert (11).
Tante Leny Presenteert (1970-1978) was één van de eerste Nederlandse underground-stripbladen, Robert heeft er nooit voor gewerkt. Hij was wél mede-oprichter van De Vrije Balloen (1974-1982) en tekende er vele strips voor. Vanwege de kleine oplage werkten alle tekenaars en schrijvers gratis aan het blad mee.
Dat Robert goed door had
aan welke zijde zijn boterham besmeerd was blijkt uit het feit dat hij de poster voor Eppo toch maar het best zichtbaar bovenop plakt...



 

Jan van Haasteren tekende ook voor het hierboven genoemde De Vrije Balloen, een iets wilder publiek dan dat van de KRO-gids waar het volgende plaatje uit komt. Van de Vrije Balloen-kant van Van Haasteren is weinig terug te zien in zijn jeugdstrip Sjaak en Oom George. Toch is er één heel kleine verwijzing te vinden, meent Balbo.
Wie goede ogen heeft kan op het plaatje hieronder een poster van De Vrije Balloen deel 19 op de schutting zien hangen (12)!

 

 

Ongeveer hetzelfde als Robert van de Kroft hier boven deed, doet Henk Kuijpers in het tweede Franka-verhaal Het meesterwerk.
Eigenlijk het eerste, want het eerdere verhaal werd niet gepubliceerd onder de naam Franka, maar als Het misdaadmusem, waar Franka secretaresse was. Op aanraden van Eppo-redacteur Martin Lodewijk loosde Kuijpers het misdaadmuseum en maakte Franka de hoofdrolspeelster van de strip.
Als Franka achter in de auto van Jasper heimelijk terugkeert naar Groterdam zien we aan de lantarenpaal een reclamebord voor café Oppe (13)... Eppo achterstevoren!


 

 

 


Ook Eddy Ryssack wist aan welke kant zijn boterham besmeerd werd. Ondanks zijn Belgische nationaliteit maakte hij speciaal voor het Nederlandse stripblad Eppo de strip Opa. Kon nooit kwaad om dat een keer extra te benadrukken zoals in Eppo 39 van 1976.
Als Opa en de zijnen een dagje op pad gaan is de naam te zien op een gevel (14)...




 

In de strip Poesie van Peyo dropt de auteur (die tevens de auteur was van De Smurfen) zijn ándere striphelden op het naambordje van een psychiater (15). Deze scan komt uit een Engelstalige integrale bundeling (Pussycat) en hier wordt de oorspronkelijke Franse naam van de Smurfen wordt gebruikt: Schtroumpf.






In het vierde Bruno Brazil-album De versteende stad dropt tekenaar William Vance de naam van zijn vrouw Petra (16) op één van de gebouwen waar Commando Kaaiman langs rijdt...


 

 

 

Vance is niet de enige, noch de éérste, die de naam van zijn vrouw in een stripalbum dropt.
Carl Barks deed het al in 1958. In het Donald Duck-verhaal Christmas in Duckburg rijdt Donald door Duckstad, waar de kerstdrukte in de straten zichtbaar is. Donald rijdt langs een warenhuis met de naam Gare's (17).
Garé Williams (18) was Carl Barks' vrouw van 1954 tot haar dood in 1993...


 

 


Dat was het voor deze keer, tot in een volgende Vlooien met Balbo,

 

 

Balbo de Strip-Aap