Recensie Maurits Cornelis van Esk Gevangen in dromen 3 HC Het proces & De tekening door Marc-Antoine Mathieu Uitgeverij Sherpa

Recensie Maurits Cornelis van Esk Gevangen in dromen 3 HC Het proces & De tekening door Marc-Antoine Mathieu Uitgeverij Sherpa

 

Recensie Maurits Cornelis van Esk Gevangen in dromen
3 HC Het proces &
De tekening door Marc-Antoine Mathieu
Uitgeverij Sherpa

 

In Frankrijk heeft hij al meer dan twintig titels uitgebracht, maar in Nederland kennen we stripmaker Marc-Antoine Mathieu nog maar nét. En dat dankzij uitgeverij Sherpa die de serieus bijzondere stripmakers er steeds weer tussenuit weet te vissen.
Mathieu’s tekenwerk hangt qua stijl een beetje tussen dat van Jacques Tardi en José Munoz in. Hij werkt voornamelijk in zwart-wit, heel contrastrijk met veel zwarte vlakken.
In het neerzetten van zijn figuren is hij soms wat los, maar zijn achtergronden zijn zeer strak en dáár doet het me aan het werk van de Nederlandse graficus Joost Swarte denken.

Interessant tekenwerk, dat zeker, maar nog boeiender zijn de verhalen die Marc-Antoine vertelt: Het eerste album dat Sherpa van hem vertaalde was wat mij betreft meteen helemaal raak: Mathieu schetst daarin een kafkaesque wereld vol ministeries, fabrieken, archieven en piepkleine woonruimtes. Fietstaxi’s razen over tussen de hoge gebouwen gespannen kabels en op tijd komen lijkt de voornaamste obsessie.
Hoofdpersoon Maurits Cornelis van Esk probeert zich temidden van dit alles staande te houden. En – mocht je ‘t je afvragen – dat hij dezelfde initialen draagt als M.C. Esher, dat is volgens mij geen toeval. Mathieu doet met zijn verhalen wat Esher met beelden deed:
Hij laat ze zichzelf in de staart bijten, brengt dwarsverbanden aan die fysiek en lineair onmogelijk zijn, maakt gebruik van het Droste-effect en doorbreekt de vierde wand.
Je moet er bijvoorbeeld niet raar van op kijken als Maurits Cornelis zijn eigen strip (op een ander punt in het verhaal) plots binnenstruikelt.

 

Ook is de tekenaar zélf zo af en toe te zien, alsof zijn stripfiguren – als in een séance – buiten hun eigen lichaam (en universum) getreden zijn. Heel bijzonder allemaal, en toch met een interne logica die je doet glimlachen en die bewondering oproept voor de kunstenaar die dit in elkaar gezet heeft. Vaak worden dit soort grappen vervelend, maar niet bij Mathieu.
Het is een vreemde mengeling van creatieve chaos en een zeer gestructureerde verhaalopbouw. Want zonder dat valt zo’n kaartenhuis meteen in elkaar.

Het eerste deel De oorsprong overtuigde me meteen. Het tweede Wachten op K... – waarin verklaard wordt waarom de wereld van Maurits Cornelis van Esk geen kleuren kent – vond ik iets minder boeiend, maar deel drie Het proces is weer van topkwaliteit.
Van Esk lijdt aan het plafondsyndroom, een droomtoestand waarin alle plafonds verdwenen zijn en gebeurtenissen keurig in naast elkaar gelegen kamertjes worden opgeborgen.
Lineair tijdsverloop en geografische afstanden bestaan niet langer.
Wie Mathieu's tekeningen van dit syndroom bekijkt (zie afbeelding boven deze recensie) ziet eigenlijk een soort stripverhaal!
Mathieu is werkelijk geniaal...


Ongeveer tegelijkertijd bracht Sherpa ook Mathieu’s op zichzelf staande verhaal De tekening uit.
Hier is de gekte wat meer naar de achtergrond verdreven en overheerst de structuur.
Emile treurt om de dood van zijn vriend Edouard en bemerkt tot zijn spijt dat hij zich diens gezicht steeds minder en minder voor de geest kan halen. Dan erft hij een sleutel van een meubelopslagplaats die vol staat met kunstwerken die Edouard tijdens zijn leven verzamelde. Emile raakt geobsedeerd door een kleine gravure die hij in de opslag aantreft.
Hoe meer hij er naar kijkt hoe meer hij ín de tekening gezogen wordt.
De wereld die Emile in de tekening ontdekt geeft hem inspiratie voor een heel (kunstenaars)leven en leidt hem uiteindelijk terug naar Edouard.

Sherpa bedankt!



(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!