Recensie Ton en Tineke Integraal HC door Andre Franquin

Recensie Ton en Tineke Integraal HC door Andre Franquin

 

Recensie Ton en Tineke Integraal HC
door Andre Franquin

 

Elke stripliefhebber kent André Franquin als de schepper van Guust Flater en de vormgever van de wereld van Robbedoes. Zowel van de figuur, als van zijn omgeving (Rommelgem), als van het weekblad Spirou/Robbedoes. Hij bezag de redactie van het weekblad met stripoogjes en ik denk dat menig jong Robbedoes-lezertje net als ik gedacht heeft dat het er écht zo aan toe ging op de burelen van Spirou als Franquin ons liet zien in zijn Guust Flater-strip. Zijn creaties Guust en de Marsupilami zijn niet weg te denken uit de stripwereld. Klassiek werk, en zelfs zijn latere reeks – totaal anders – Zwartkijken behoort in het rijtje van de allergrootste stripcreaties thuis.
En dan is er nog Ton en Tineke. De vreemde eend in de bijt. De minst geslaagde strip van Franquin, eigenlijk zijn enige strip die – hoewel nog jarenlang voortgezet door steeds minder getalenteerde tekenaars en schrijvers – nooit haar potentie waarmaakte.


In vergelijking met Guust Flater is Ton en Tineke inderdaad een minderwaardig product. Franquin was hier nog in opleiding en leerde het metier van de gag-strip, een heel andere beestje dan de lange verhalen die hij voor Robbedoes bedacht en schreef. Wat bij Ton en Tineke ontbreekt zijn de uitgewerkte karakters die de Guust Flater-strips zo uniek maken. Ton en Tineke werden door hem haast in een opwelling gecreëerd, toen hij in conflict kwam met zijn uitgever Charles Dupuis. Franquin besloot naar de concurrent Kuifje te stappen en bood die een wekelijkse gagstrip aan... Die moest-ie alleen nog even snel bedenken!
Tineke is een naïef, wat nietszeggend meisje en Ton zwabbert. Het ene moment is hij een kunstenaar, dan weer een zakenman, soms een uitvinder. Wel heeft hij vaak moeite zijn opvliegende karakter onder controle te houden, zeker als deur-aan-deur-verkoper annex huisvriend Felix zijn gezicht laat zien. Dan wordt de strip heel erg Donald Duck-erig en vervullen Felix en Ton bijna dezelfde rollen als Donald en Guus Geluk, al is niet duidelijk of de beide heren die Franquin in het leven riep ook strijden om de gunsten van Tineke, zoals de eenden om Katrien.
Het uiterlijk van Ton en Tineke is ook niet de sterkste creatie van Franquin. Een beetje vreemd zijn ze: Tineke met dat malle jurkje en die – tja wat zijn het eigenlijk voor dingen? – pomponnetjes in heur haar en Ton met die rare kuif die zich in tweeën splitst. Tijdgebrek: Franquin moest snel met iets op de proppen komen voor Lombard.
Dat tijdgebrek manifesteerde zich des te meer toen hij en meneer Dupuis het bijlegden en hij al het werk voor Spirou weer op zich nam en bovendien Guust Flater introduceerde. Drie en een halve strippagina moest hij – naast allerlei illustratiewerkzaamheden – per week inleveren bij Kuifje en Robbedoes. In dat tempo vul je vier albums per jaar! De allersnelste tekenaars van tegenwoordig (zoals Hermann) vullen er net twee per jaar.
En toch lijdt Franquin's tekenwerk er niet zichtbaar onder. Sterker nog: Hij had het zich met Ton en Tineke ook makkelijker kunnen maken, door veel close-ups e.d. te tekenen, maar Franquin tekende braaf zijn acht hokjes per gag en vrijwel allemaal totalen, waar de figuren van top tot teen opstaan.
Alleen al dat tekenwerk maakt de bundel Ton & Tineke Integraal de moeite waard. Franquin toont zich ook hier een meester in beweging en souplesse. Ton en Tineke werd enigszins vermaard om de interieurs die Franquin gebruikte: Hij tekende feitelijk zijn eigen huisraad en dat geeft de strip een hele fijne fifties-feel. De wederopbouw is voltooid en de toekomst ligt open...


Naar mijn weten werden niet eerder alle afleveringen van Ton en Tineke in Nederlandse boekvorm bijeengebracht. 183 zijn het er, in de twee albumreeksen die er in de loop van de jaren van uitgegeven zijn kwam men niet verder dan 160. Liefhebbers kunnen dus eindelijk kennis nemen van álle gags van Ton en Tineke. Veel gags werden geschreven door René Goscinny (Asterix, Lucky Luke) en Greg (Olivier Blunder), die destijds beiden nog aan het begin van hun stripcarrière stonden. Elk van hen kreeg door Franquin een eigen 'buurman' aangemeten.
En die gags zijn helemaal niet slecht. Natuurlijk zit er wel eens een doffe tussen en het niveau dat Guust gemiddeld had, dat haalt Franquin met Ton en Tineke niet, maar er zitten toch heel geslaagde grappen tussen. Enkele doen je hardop lachen, maar bij allemaal geldt dat je moeite hebt niet te kwijlen bij het tekenwerk.
Het dossier telt dik zeventig pagina's, da's mooi meegenomen, maar wat deze uitgave vooral de moeite waard maakt is – naast de goede papierkeus voor omslag én binnenwerk – het enorme talent van de tekenaar Franquin.
Terecht heruitgegeven en van harte aanbevolen...


(HH)

Interesse? Koop het album hier!