Erwin de Noorman ballonstrips HC
Hans G. kresse

 

Jarenlang gold hij als de beste striptekenaar van Nederland. Niet alleen leek het wel of hij een anatomie-boek had ingeslikt – zo goed klopten de lichamen van zijn helden – ook zijn penseelwerk was indrukwekkend. Anno 2011 lijkt het werk van Hans G. Kresse wat uit de tijd geraakt te zijn. De man is dan ook al weer een jaar of twintig geleden zélf uit de tijd geraakt...
Het oubollige imago dat zijn strips aankleeft komt voornamelijk – denk ik – doordat een groot deel van Kresse's strips tekst-strips zijn. Deze vreemde vinding, waarbij een blok tekst ónder een paar priegelige plaatjes wordt geplaatst, paste goed bij onze calvinistische volksaard. Strips waren slecht voor kinderen, dat wist iedereen, maar een tekst-strip was volgens onze opvoeders heel iets minder slecht voor tere kinderzieltjes. Dan lázen ze in elk geval nog!
Ook ik mocht van mijn ouders vroeger eigenlijk alleen maar strips van de bibliotheek lezen als er grote tekstblokken onder de plaatjes stonden.
En dat werkte niet. Niet omdat ik te beroerd was om grote lappen tekst te lezen – ik las alles wat los en vast zat – maar omdat je de essentie van de strip ermee teniet doet. Bij een strip moet je tekst en beeld samen tot je nemen, tot één geheel maken. Dat is – vind ik – de kracht ervan. Bij een tekst-strip draait het er al gauw op uit dat je eerst de tekst leest en daarna – als een soort bonus-materiaal – de plaatjes nog even bekijkt.
Zodra ik de kans kreeg heb ik de tekst-strips uit mijn jeugd achter me gelaten en heb me vol overgave gestort op de ballonnetjes-variant.

 

Toch jammer...
Die Kresse kon zo fantastisch tekenen!
Toen ik op het punt stond toch maar door de knieën te gaan en de complete heruitgave van Kresse's tekst-strip Eric de Noorman aan te schaffen, ontdekte ik dat in Kresse's Volledige werken-reeks van uitgeverij Panda twee delen met alle ballonstrips van Erwin zijn verschenen! Erwin, de zoon van Eric. Treffend. Erwin is een generatie jonger en dus ietwat moderner dan zijn pa. Ballonnetjes mochten toen blijkbaar ineens wél.
Dat werkt bij Kresse dubbelgoed, omdat hij in zijn teksten nogal bombastisch uit de hoek kon komen. Marten Toonder wist de onderteksten van Tom Poes tot een nieuwe kunstvorm te verheffen, maar Kresse's talenten lagen niet op het literaire vlak. Verhalen vertellen kon hij echter wel en juist daarom zijn Kresse's ballon-strips zo goed.

 

In twee dikke delen heeft Matla alle Erwin-ballon-strips verzameld die ooit in het onvolprezen stripblad Pep stonden. Deel 22 bevat de twee reeds in 1973 in album-vorm uitgebrachte verhalen De banneling en De duivel uit het ven. Omdat Kresse de in Pep gepubliceerde strips bewerkte voor deze albumuitgaven – en er hier en daar flink aan bijschaafde – zijn achterin de oorspronkelijke Pep-afleveringen opgenomen. Beetje dubbelop, zou je zeggen, maar de verschillen zijn voor de echte Kresse-fan interessant genoeg.
Deel 23 bevat – naast het eerder (1970) in kleur verschenen album De vrijbuiter – ook het alleen in Pep gepubliceerde De geweldenaar en het nooit voltooide De ware koning, alsmede wat losse tekeningen en Pep-voorplaten.
De boeken zijn niet goedkoop, maar ze zijn voortreffelijk uitgevoerd en het drukwerk is prachtig.

400 Pagina's genieten.
Bovendien blijkt bij herlezing dat de verhalen van
Erwin de Noorman ook vandaag de dag nog weten te boeien!
En dat tekenwerk...

Tja...
Dat is écht tijdloos!

 

(HH)

 

Hierboven heeft onze recensent zich uitgelaten over de tekst-strip. Misschien bent u het niet met 'm eens, of juist wel...
In onze Strip-Aap Poll kunt u uw eigen mening over de tekst-strip kenbaar maken.