Recensie Floris van Dondermonde 1. Heer Floris steekt de draak & 2. Heer Floris vraagt erom door Remco Polman & Wilfred Ottenheijm

Recensie Floris van Dondermonde 1. Heer Floris steekt de draak & 2. Heer Floris vraagt erom door Remco Polman & Wilfred Ottenheijm

 

Recensie Floris van Dondermonde
1. Heer Floris steekt de draak &
2. Heer Floris vraagt erom
door Remco Polman & Wilfred Ottenheijm

 

Omdat ik heel graag striptekenaar wilde worden kocht ik in mijn tienerjaren een boek dat je vertelde hoe je dat aan moest pakken.
Eén van de tips die ik mijn nog herinner was dat je vooral een specifieke periode en/of een karakteriserend beroep voor je held moest bedenken. Dat moest dan natuurlijk wel een vrij en avontuurlijk beroep zijn. Het beste was een beroep dat samenviel met een genre: cowboy/western (Lucky Luke), oermens/prehistorie (Toenga), journalist/avonturier (Kuifje).
Volgens de schrijver bood dat mogelijkheden en was het niet handig om zomaar wat aan te gaan klooien.

Misschien hebben Remco Polman en Wilfred Ottenheijm het boek ook gelezen, in ieder geval heeft hun held een beroep dat een genre vertegenwoordigt en hem de handen vrij laat allerlei avonturen te beleven: Floris van Dondermonde is een ridder.
En – inderdaad – dat biedt meteen ideeën en mogelijkheden: Floris kan jonkvrouwen redden, draken doden, hij kan op kruistocht gaan en nog veel meer. Ook is hij goed in het steekspel: Hij steekt zijn ene zwaard in draken en zijn andere 'zwaard' in jonkvrouwen. Floris is geen preutse ridder, want de grappen rond Floris draaien hoofdzakelijk om sex.

De strip begint in het eerste album, toepasselijk Heer Floris steekt de draak genaamd, als gagstrip van drie plaatjes, maar gaandeweg schakelen Polman & Ottenheijm over op korte verhalen (Heer Floris vraagt erom) waarin ze de draak steken met sagen, legenden, sprookjes en Umberto Eco.
Leuke grappen, ik moest er regelmatig hardop om lachen. Een Middeleeuwse strip met de morele inslag (of het gebrek daaraan) van de eenentwintigste eeuw. Niet voor niets won het eerste album een Stripschappenning.
Ook het tekenwerk is dik in orde.
De ogenschijnlijk simpele lijnvoering die het midden houdt tussen Heinz en Dirkjan (waar beide mannen ooit aan meewerkten) oogt prettig en maakt de strip er alleen maar grappiger op.

Van gagstrips moet je eigenlijk niet teveel afleveringen in één zit lezen, en na twee albums achter elkaar slaat de vermoeidheid bij de lezer wat toe. Ook bij de makers, blijkbaar, want na twee albums was de koek op. Hebben Polman en Ottenheijm alle grappen uit hun avontuurlijke genre-figuurtje gewrongen die ze er uit konden krijgen?
Of was die tip uit dat hoe-word-ik-striptekenaar-boek toch niet zo goed?
Heinz en Dirkjan zijn namelijk geen van beiden gebonden aan een periode of een beroep!
Hun auteurs hadden (namen!) de vrijheid zomaar wat aan te klooien.
Zij stuurden hun helden naar believen en zonder aanleiding op pad, maten hen beroepen aan of lieten ze door de tijd en door verschillende genres reizen. Beide genre-loze strips hebben jarenlang met veel succes in kranten gestaan en er zijn massa's boeken van verkocht.
Zo zie je maar: er is geen formule voor een successtrip.



(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!