Recensie Stripglossy 1 Daan Jippes

Recensie Stripglossy 1 Daan Jippes

 

Recensie Stripglossy 1 Daan Jippes

 

Wie denkt dat een glossy voorbehouden is aan de Linda's van deze wereld en niet thuishoort in een serieuze stripwinkel, die vergist zich. De Jan Kruis glossy is een twijfelgeval vanwege een wel erg hoog Libelle-gehalte, maar de Bommel glossy mag toch zeker een serieus te nemen tijdschrift over de beer en de poes genoemd worden. En de Dick Matena glossy is – hoewel technisch gesproken geen glossy maar een harde kaft – al helemaal zo'n hebbedingetje dat de glossy-doelgroep mijlenver boven de pet gaat. Voor ingewijden en dus helemaal op zijn plaats in de stripwinkel.
Blijkbaar was uitgeverij Personalia tevreden over de verkoop, want ze lijken de smaak van de glossy's voor stripminnenden nu helemaal te pakken te hebben. Sinds kort is namelijk de Stripglossy in de betere stripwinkel te koop! Eerste jaargang, nummer 1 staat er op de voorkant.
Ze zijn dus van plan er mee door te gaan...

 

Hoe serieus moet je zoiets nemen?
Wel, best serieus. Gastredacteur voor deze eersteling is Daan Jippes. De beste striptekenaar van Europa wordt hij genoemd, maar daar schiet hij naar eigen zeggen weinig mee op. En dat die term toch enigszins een holle frase is, wordt bewezen door het aantal albums dat Jippes onder eigen naam heeft uitgebracht gedurende zijn meer dan 45 jaar tellende stripcarrière: Drie! Bernard Voorzichtig uit 1972 en twee albums van Havank onder de naam Danier in dit millennium. Zijn talent is onmiskenbaar en groot, maar waarom drie albums in vijfenveertig jaar?
Grotendeels omdat Jippes koos voor een (naamloze) carrière bij Disney, maar ook omdat een Nederlandse strip als Havank gewoon niet levensvatbaar is anno 2016. Hij was er graag mee doorgegaan, maar er moet geld bij.
De Nederlandse strip lijkt op sterven na dood. Er valt nog wat geld te verdienen aan cartoons en gagstrips voor dagbladen, maar het serieuze album-werk? Vergeet het maar.
En daar zit 'm een beetje het zere punt van deze stripglossy.
Als de Nederlandse strip zieltoogt, wie zit er dan nog te wachten op een blad óver die Nederlandse strip?


Nou... ondergetekende bijvoorbeeld, want de Stripglossy biedt een kijkje in de keuken van vele Nederlandse Peptekenaars als Martin Lodewijk, Peter de Smet en natuurlijk – de hoofdmoot van deze glossy – Daan Jippes. Daarnaast publiceert de Stripglossy ook een aantal unieke strips die speciaal voor deze uitgave vervaardigd zijn door Apriyadiu Kusbiantoro (De verloren verhalen van Lemuria) en Dick Matena (die een Kronkel van Carmiggelt verstript); pakken Ger Apeldoorn en Fred de Heij de draad van Llewelyn Fflint op waar Peter van Straaten 'm pakweg 45 jaar geleden liet vallen en kan de liefhebber eindelijk Jippes' eerste strip Hipper (in kleur) lezen. Allemaal cadeautjes voor de Pep-fanaten, maar echt relevant is al dit stripwerk toch niet te noemen.
De enige 'moderne' strip in de Stripglossy is de voorpublicatie van de Lucky Luke oneshot: De moordenaar van Lucky Luke.
Waar zijn de Erik Krieken, de Marcel Ruijtersen en de Milan Hulsings die het vaandel van het Nederlands stripfabricaat tegenwoordig met verve hooghouden?
Want de Nederlandse strip is niet zo dood of hij stuiptrekt nog stevig.


Misschien oordeel ik te vroeg; het karakter kan bij het volgende deel immers zomaar heel anders uitpakken.
Hoewel... Gastredacteur van deel twee is Jan van Haasteren, ook al een striptekenaar uit de Pep-stal. Net als Jippes kan hij al járen zijn brood niet meer verdienen met het tekenen van stripalbums. Hij maakt tegenwoordig legpuzzels om de boterham belegd te krijgen.
Waar is het toch misgegaan met de Nederlandse strip?
Ik weet 't niet, maar een beetje treurig word je d'r wel van.
Er zit niets anders op dan nostalgisch omkijken en dat kun je met de Stripglossy naar hartelust.


(HH)

Interesse? Koop het album hier!