Recensie De paarden van de wind 1 & 2 (Vrije Vlucht)
door Fournier & Lax

 


Een tijd geleden stootte ik op een interessant verhaal. Ik las een boek over de pogingen van de mens om de hoogste berg te wereld te beklimmen. Mount Everest, een stoere naam die sinds jaar en dag verkeerd uitgesproken wordt als 'Efferest'. De berg is vernoemd naar Sir George Everest, die de Britse landmetersdienst in de Himalaya leidde. Zijn naam dient uit te worden gesproken als Iev-rest: Avondrust.
Berg Avondrust...
Veel suffer kan 't niet...

 


Onder de leiding van George Everest probeerden de Britten het Himalaya gebergte in kaart te brengen. Sowieso al geen eenvoudige taak, die nog bemoeilijkt werd door het feit dat een aantal landen niet toegankelijk waren voor de Britten. De wacky British bedachten een geniaal plan: Ze huurden plaatselijke recruten in, die eropuit gestuurd werden om gegevens te verzamelen. Deze zogenaamde Pundits konden met hun voorkomen doorgaan voor inlanders en ongehinderd door het gebergte lopen. Onderweg moesten ze hun passen tellen met behulp van een 100-kralig gebedsnoer en potjes thee zetten. Door de kooktemperatuur te meten wisten de Pundits op welke hoogte ze zich bevonden. Met deze eenvoudige doch tijdrovende methode wisten de Engelsen de Himalaya vrij accuraat in kaart te brengen. Voor de Pundits was het een gevaarlijke business, want bij een eventuele ontdekking werden ze beschouwd als spionnen en de Britten zouden elke betrokkenheid ontkennen. De Pundits verstopten hun landmetersattributen dan ook in hun gebedsmolentje en hun staf.

 


Calay Tansen is zo'n Pundit. Hij trekt door Nepal. Hij kwijt zich trouw van zijn taak, maar toch is hij in Nepal met een andere bedoeling dan alleen de Engelsen plezieren. Hij wil zijn zoon Kazi zien. Die is als jonge jongen door Calay en zijn vrouw naar een klooster in Nepal gestuurd. De jongen is doofstom en was het mikpunt van spot in de kleine gemeenschap waar hij opgroeide. Toen de dorpsjongens 'm in de rivier gooiden en hij bijna verdronk, werd het z'n ouders duidelijk dat het zo niet langer kon. Kazi moest vertrekken. Calay wist wat dit betekende: Hij zou z'n zoon jarenlang niet meer zien, misschien nooit meer! En nu had hij dit plan bedacht. Goed, hij moest buigen voor die verwenste Engelsen en de weg was lang, maar hij was op weg naar z'n zoon!
Helaas voor Calay komt een Punditjager hem om 't spoor. Calay heeft het klooster al in zicht als die 'm op de nek springt. De jager is een hele taaie, eentje die zijn prooi niet los wil laten. Ook niet als Calay's andere zoon Resham op zijn beurt z'n vader komt zoeken...

 


De paarden van de wind is een goed verteld drama dat de hierboven beschreven historische context slechts waar nodig aanstipt. De strip gaat niet over de Indian Survey British Empire, maar over ménsen. Dat verliest tekstschrijver Lax (De Kraai, De teenloze adelaar, Vinkenbrood) nergens uit het oog. Hoewel Lax eigenlijk striptekenaar is en geen scenarist, moet gezegd dat zijn scenario's (of dat nu voor zijn eigen strips is of – zoals in dit geval – voor anderen) meer dan prima zijn! Grote verrassing van deze twee albums is echter Fournier.
Fournier? Waar kennen we die naam van?
Robbedoes! Jean-Claude Fournier was begin jaren zeventig de opvolger van Franquin. Hij tekende en schreef acht Robbedoes-albums. Nou is het geen sinecure om Franquin op te volgen, maar zelfs als je dat in beschouwing nam bakte Fournier er weinig van. Zijn tekenwerk was middelmatig.
Nu in 2012 is er het één en ander veranderd. Een grafische hoogvlieger is Fournier nog altijd niet, maar zijn tekenstijl – die enigszins lijkt op het latere werk van Will, zoals onder andere in diens Vrije Vlucht albums tentoongespreid en op die van die andere Tibet-striptekenaar Cosey – is aanzienlijk losser en aangenaam voor het oog. Fraaie inkleuring ook, al is het tweede album erg bleekjes. Wat meer is, de tekeningen vullen het verhaal erg goed aan.

Zoals de sticker op het eerste deel van dit tweeluik al aangeeft: 20 Jaar strips op eenzame hoogte!
In het geval van De paarden van de wind is dat zowel figuurlijk als létterlijk waar...


(HH)