Recensie Robbedoes Oneshot 21 Hoop in bange dagen deel 4 door Emile Bravo Uitgeverij Dupuis

 

Recensie Robbedoes Oneshot 21 Hoop in bange dagen deel 4
door Emile Bravo
Uitgeverij Dupuis

 

Inmiddels zijn de klassieke striphelden zó klassiek geworden dat ze rijp zijn voor herinterpretatie en experimenten.
Suske & Wiske kregen een succesvolle nevenreeks waarin alles ineens een stuk serieuzer werd (Amoras) en Robbedoes beleefde ook enkele zeer volwassen avonturen in de Oneshot-reeks.
Eén van de eerste delen van die reeks (
Dagboek van een fantastwerd gemaakt door Émile Bravo en speelde zich vlak voor de Tweede Wereldoorlog af. Het album was een succes, zowel artistiek als commercieel, en de uitgever vroeg Bravo om een vierdelige reeks op te zetten met als uitgangspunt Robbedoes in de Tweede wereldoorlog.


In hoeverre doet het er bij zo’n serieuze versie toe dat een bekende held als Róbbedoes de hoofdrol vervult? Met andere woorden: had je het niet net zo goed – of béter – kunnen vertellen zonder alle bagage die zo’n bekende stripfiguur met zich meedraagt?
Dat gevaar ligt zeker op de loer, maar Émile Bravo is er in geslaagd een volwassen stripverhaal te maken zonder het karakter van de ons bekende Robbedoes geweld aan te doen.
Hij laat de nog jonge Robbedoes geen té grote avonturen beleven die op de lezer ongeloofwaardig zouden kunnen overkomen.
Robbedoes – zéker de jonge – is rechtschapen, heeft een groot hart, maar is geen waaghals of durfal.
Wat Bravo eigenlijk doet in de vier delen tellende reeks Hoop in bange dagen is beschrijven hoe Robbedoes en Kwabbernoot omgingen met het leven in een België dat leed onder de bezetting van de Nazi’s. Niets meer, niets minder.
OK... een héél klein beetje meer.

Robbedoes is van oorsprong vooral een humoristische strip, dat element is hier zo goed als verdwenen.
Er zijn wel enkele ‘grappige’ scènes in de vier albums te ontdekken, maar dan wel zwartgallige: Bijvoorbeeld wanneer de onsympathieke portier van het hotel waar Robbedoes werkt er van overtuigd is dat dat ding in de kelder van het hotel beslist géén onontplofte bom is. Als hij er nonchalant tegenaan schopt blaast hij prompt zichzelf en het hele hotel op…
Verder is er de irritante aanwezigheid van Kwabbernoot. Die mag dan in zijn latere jaren op de redactie van Dupuis en als chef van Guust Flater een verantwoordelijke burger geworden zijn, in zijn jonge jaren was hij bij tijd en wijle onuitstaanbaar. Ook onder de handen van Bravo steekt hij zich onbezonnen en egoïstisch in allerlei wespennesten. Maar Bravo laat hem ook gedurende deze vier albums volwassener en verantwoordelijker worden.

Er is honger, onrecht, verraad, verzet, geweld en ook in dat opzicht komt de strip authentiek over.
Het verzet dat Robbedoes pleegt is vooral verzet tegen onrecht, niet zozeer tegen de bezetter.
Dat hij en Kwabbernoot wel degelijk deel uitmaken van verzetswerkzaamheden gebeurt grotendeels buiten zijn medeweten.
Er zijn verhaalelementen die een op zichzelf staand stripverhaal hadden kunnen worden (zoals het verhaal rond de Joodse kunstenaar Felix Nussbaum, die echt bestaan heeft), maar dit vierluik is echt een verhaal geworden dat perfect past in de Robbedoes-canon en het had niet op deze manier verteld kunnen worden met iemand anders de piccolo in de hoofdrol! 
Na drie hele dikke albums lijkt het vierde album plots superdun, hoewel 48 pagina's eigenlijk de norm is bij een stripalbum. Émile Bravo heeft het verhaal zó opgedeeld dat het vierde deel de bevrijding omvat, het einde van dit avontuur.
Tien jaar heeft hij gewerkt aan de 320 pagina's die Hoop in bange dagen omvat.
Twéé keer zo lang als de bezetting duurde...

 

(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!