Recensie De Toonder Animatiefilms met dvd
door De vries & Toonder


 

Ik klaag wel eens over het gebrek aan serieuze belangstelling voor strips en het infantiele imago waar deze prachtige kunstvorm mee opgezadeld wordt, maar nadat ik me dit weekeind wat verdiept heb in de Nederlandse tekenfilmgeschie- denis neem ik alles terug! Het kan namelijk veel erger: wie van tekenfilms houdt belandt helemáál in een woestenij!


Een aantal jaren geleden ben ik begonnen met het verzamelen van klassieke tekenfilms: Disney, MGM, Looney Tunes, Tex Avery, Max Fleischer; dat soort werk. Sinds de uitvinding van de dvd is er veel ouderwets topmateriaal beschikbaar gekomen voor de consument (in Amerika, in Nederland kun je 't schudden).
Wie echter wat achtergrondinformatie bij de tekenfilmindustrie zoekt, die komt er bekaaid af. Met enige moeite wist ik twéé Amerikaanse boeken te vinden waarin de geschiedenis van de Amerikaanse Theatertekenfilms beschreven werd, en dat terwijl er duizenden van deze korte filmpjes gemaakt zijn!
Het gebrek aan belangstelling voor deze kunstvorm komt waarschijnlijk voort uit het feit dat de filmpjes – die getoond werden in bioscopen, voorafgaand aan de hoofdfilm – door iedereen, de makers inclusief, werden beschouwd als een wegwerpartikel.
Sommige filmpjes verdienen ook eigenlijk niet meer dan die status, maar dankzij een aantal geniale tekenfilmmakers, die uit nieuwsgierigheid, gedrevenheid en een ongebreidelde lol in hun vak verder gingen dan hun opdrachtgevers van hen verlangden, werd er ook tekenfilmgeschie- denis geschreven met prachtige animatiefilms en gedurfde experimenten.
De twee titels die ik wist te bemachtigen zijn mooie boeken, waarvan de makers zeker hun huiswerk hadden gedaan, maar erg veel informatie stond er niet in.
Die wás er gewoonweg niet...
Tekenfilm – concludeerde ik – stond nóg lager in aanzien dan strips!
Tóch was er een tijd dat bijna iedere striptekenaar met ambitie Walt Disney achterna wilde. Onlangs lazen we nog in de strip Gringos Locos dat de Belgische stripmakers Jijé, Franquin en Morris naar Amerika afreisden in de hoop in de Disney tekenfilmstudio's aan het werk te kunnen. Dichter bij huis was het Marten Toonder die er grote aspiraties op tekenfilmgebied op na hield.
Over zijn Toonder tekenfilmstudio's is nagenoeg niets bekend. Decennia geleden las ik eens een artikel in het onvolprezen stripinfomagazine Stripschrift, maar nog niet eerder kreeg dit deel van Toonder's werk zo uitgebreid aandacht als nu met het boek De Toonder Animatiefilms.

 


Jan-Willem de Vries deed jarenlang onderzoek voor dit prachtig uitgevoerde koffietafelboek. Met een kleine 350 pagina's lijkt het een hele klus het uit te lezen, maar er staan veel illustraties in en je bent er eigenlijk in één zondagmiddag wel doorheen. Ook hier geldt: veel valt er niet te vermelden over een bedrijfstak waar niemand interesse voor toonde.
Jaar na jaar licht De Vries het wel en wee van de studio's toe en je krijgt een heel goed beeld van wat er tot stand gebracht werd... en wat niet.
Hoewel Toonder vrijwel al het geld dat hij met strips verdiende investeerde in de geldslurpende tekenfilmbusiness kreeg hij er maar geen financieel gezond bedrijf mee van de grond.
Een groot deel van de Toonder-tekenfilm producties zijn dan ook reclamefilms. Mooi gemaakte reclamefilms, maar toch.
35 Films uit de Toonderstudio's zijn te zien op de bij het boek behorende dvd. Eigenlijk alles wat de studio's maakte tussen haar oprichting en Toonders vertrek naar Ierland, dat de moeite van het herbekijken waard is.
Van de eerste (nooit voltooide) Tom Poes film – gemaakt tijdens de oorlogsjaren voor een Duitse firma (iets waar Toonder na de oorlog veel gedonder mee heeft gehad), tot een aantal prachtige vrije films, tot de typische jaren zestig-moderne tekenfilmpjes naar model van het Amerikaanse tekenfilmbedrijf UPA (Gerald McBoing, Mister Magoo), die nauwelijks nog iets met het Toonder-universum uit te staan hebben.
Die laatsten werden vervaardigd door drie Deense animatoren, die in de jaren zestig bij Toonder creatief gezien de scepter zwaaiden.
Van de oudste filmpjes ontbreekt het audiospoor, hetgeen bij tekenfilms nogal storend is. De rest is heel mooi bewaard gebleven en prachtig om te zien.
Bommel en Tom Poes draven regelmatig op. Mooie filmpjes, al draait het meestal uit op een reclameboodschap.
De vrije films zijn bijzonder experimenteel en een aantal hebben prestigieuze prijzen in de wacht gesleept. Je vraagt je bij het bekijken wel af hoe Toonder ooit heeft kunnen denken met dit materiaal geld te kunnen verdienen. Ze zijn totaal a-commercieel! Geld was niet voor niets het grootste probleem bij de Toonderstudio's.
Naast echte 'teken'films zijn er ook een stel zogenaamde tabletop-animaties op de dvd terechtgekomen, waarvan met name Conquered planet Stanley Kubrick-achtig indrukwekkend is.

 


De dvd biedt – net als het boek – een goed overzicht van waar de Toonder-animaties studio's zich mee bezig gehouden heeft in de beginjaren van haar bestaan. Er is een ontwikkeling te zien die gelijke tred houdt met wat er in Amerika op dat gebied gaande was. Een volwaardige productie heeft Toonder echter nooit van de grond gekregen. Het is een verzameling experimenten en aanzetten.
Dat moet voor Toonder een grote teleurstelling geweest zijn. Dat er jaren na zijn vertrek dan tóch een avondvullende Bommel en Tom Poes film van de grond gekomen is, biedt schrale troost. Zeker daar '
Als je begrijpt wat ik bedoel' Toonder maar matig beviel...

 


De oogst van twintig jaar Toonderfilmstudio's is helaas wat aan de magere kant, maar wat een geluk dat De Vries er in is geslaagd dit materiaal bij elkaar te brengen en voor het nageslacht te bewaren. Hoe weinig het ook moge wezen, wie dit boek gelezen en deze dvd bekeken heeft weet alles wat er te weten valt over Marten Toonders tekenfilmactiviteiten...



(HH)