betalen, want de zaken in zijn winkel lopen – ondanks het schrille contrast tussen de handelswaar en de gemoedstoestand van de uitbater – goed, maar omdat je 'wanhoop beter onderhoudt met een beroerd wijntje'. Kan het triester?
Dan komt er een circus naar Patricks woonplaats en ontmoet hij Clarisse, een clown, die erin slaagt hem uit zijn depressie te trekken. Maar is het wel zo verstandig verliefd te worden op iemand die een rondtrekkend bestaan leidt? Je houdt je hart vast bij de gedachte aan de diepe kuil waar Patrick straks onvermijdelijk in zal lazeren.
Vergis je niet, De Feestwinkel is geen deprimerend boek! Patricks leven zit vol vreemdsoortige, lachwekkende ongelukjes. Zo rijdt hij als hij even niet oplet met zijn bestelwagentje een struisvogel aan en gaat hij met roze konijnesloffen aan zijn voeten op de vuist met zijn irritante broertje. Het laat zich raden hoe dat afloopt, en dat lost Patrick dat weer handig op met één van de artikelen uit zijn winkeltje.
Het is moeilijk uit te leggen wat dit boek zo bijzonder maakt. Het is triest, maar ook weer niet. Het is niet grappig, maar toch weer wel. Er is leedvermaak, maar ook sympathie.
Door de tragiek in dit boek had het heel gemakkelijk topzwaar kunnen worden, maar Rabaté heeft er een mooie mix tussen het zoet en het zuur van gemaakt.
Prachtig boek.

(HH)