dáár mee vergeleek, dan viel je eigenlijk nog niet eens tegen!
Eén ding hebben held en anti-held gemeen: ze zijn sympathiek. Vervelend doen, daar zijn de schurken voor uitgevonden. Zonder sympathie red je het als ‘held’ niet.

 

Dat idee gaat op de schop in de strips van Amerikaan Daniel Clowes. Ze zitten tjokvol losers, nerds en andere sneue types. Clowes maakt het zijn lezers niet makkelijk, want er valt niets te vereenzelvigen. Clowes’ ‘helden’ zijn uitgesproken onaangenaam!
Wat moet je met zo’n vent of griet? Je kunt je er niet aan optrekken, je kunt er niet op lachen.
Daarmee toont Clowes wel een aspect van de samenleving waar we nogal eens de ogen voor sluiten. De eenzaamheid onder stadmensen is één van zijn grote thema’s.
Daniel Clowes’ beste en bekendste boek is Ghostworld (tevens zijn enige werk dat tot nog toe in het Nederlands verscheen). Clowes bewerkte het verhaal tot filmscenario en vreemd genoeg werd het daar nog béter van. Dat kan natuurlijk een persoonlijke opvatting zijn, maar het cynisme van Clowes gaat me wel eens wat te ver en de film was iets milder.
Iets, want veel geeft Daniel niet toe aan zijn publiek.

Clowes’ nieuwste boek Wilson verschijnt tegelijkertijd in Amerika en in Nederland.
Meteen op pagina 1 spreekt Wilson ons aan: ‘Ik hou van mensen! Ik ben een mensenmens!’ Hé, zou Clowes van zijn vaste thema afgestapt zijn?
Op het vierde plaatje ontmoet Wilson één van zijn geliefde medemensen, en al op het zevende plaatje bekt hij haar af: ‘Jezus, mens, hou je nou nooit ‘ns je mond?’
Tot zover mensenmens. Clowes is niet veranderd en Wilson is weer zo’n typische Clowes-antiheld. Hij is boven de veertig, kalend en alleen. Maar vooral nasty! Ooit had hij een vrouw, maar die is ‘m gaan lopen. ‘Geen wonder,’ denk je als lezer al na een paar pagina’s.
De ontwikkelingen in het verhaal zijn boeiend. Wilson jaagt iedereen die nog met ‘m om wil gaan tegen zich in het harnas en belandt zelfs in de bak!
De tekeningen van Clowes zijn altijd verzorgd en karaktervol, maar in dit boek experimenteert hij met verschillende tekenstijlen. Het boek krijgt daardoor het idee van een staalkaart van de Amerikaanse strip. Cartoonesk, realistisch, underground, Clowes’ probeert van alles uit en komt er mee weg. Hij slaagt er in het boek tot één geheel te smeden, dankzij het karakter van Wilson, de verliezer waar je maar geen medelijden mee krijgt.
Mooi gedaan, maar het schuurt.
En daar moet je van houden…

(HH)