Er zijn echter verschillen: De verhalen in Elvis zijn door een aantal auteurs getekend, dat maakt het heel lastig een eenheid te creëren.

Verder ontbreekt wat Cash – I see a darkness zo bijzonder maakte: een verhaal met inhoud. We krijgen wat losse flarden uit Elvis’ leven voorgeschoteld, maar Elvis komt bijna nergens écht tot leven. Alleen in de laatste twee verhalen begint het er een beetje op te lijken.

En dat is vreemd, want Elvis’ leven kende toch het nodige drama.

Waar Kleist er in z’n eentje in slaagde om Johnny Cash als een mens van vlees en bloed neer te zetten, daar blijft de Elvis van dit collectief tekenaars van bordkarton. Jammer!

Zo zie je maar weer dat de verteltechniek minstens zo belangrijk is als het onderliggende verhaal.

 

(HH)

(HH)