Recensie Aurora en Ulysses Centauren integraal HC 1 1977-1980 en De Minivrouwtjes integraal 1 & 2 HC door Pierre Seron

Recensie Aurora en Ulysses Centauren integraal HC 1 1977-1980 en De Minivrouwtjes integraal 1 & 2 HC door Pierre Seron

 

Recensie Aurora en Ulysses Centauren integraal HC 1 1977-1980 en
De Minivrouwtjes integraal 1 & 2 HC
door Pierre Seron

 

Pierre Seron is één van die degelijke stripmakers die zijn stripreeks bijna een leven lang trouw is gebleven. Hij tekende in drieënveertig jaar vierenveertig albums van zijn Minimensjes bij elkaar. Zo’n 2500 strippagina’s waar uitgeverij Saga twaalf (!) integrales mee vullen kan.
Ten tijde van dit schrijven is het wachten voor de stripliefhebber nog op het afrondende deel - met niet eerder in het Nederlands verschenen verhalen.
Maar er was – en is – méér.
Tussen 1977 en 1981 tekende Seron vier lange en tien korte verhalen van De Centauren voor het weekblad Robbedoes, waarvan alleen de vier lange verhalen het ooit schopten tot Nederlandstalige albums.
De boeken zijn al jaren moeilijk te krijgen. Goed nieuws voor de liefhebber dus dat Saga de complete Centauren gaat bundelen in twee integrales, waarvan de eerste nu verschenen is.

De Centauren is toch wel een ander soort strip dan De Minimensjes.
In die laatste reeks speelt techniek en science-fiction in toenemende mate een rol, Aurora en Ullysses de Centauren – is feitelijk een historische strip.
Of eigenlijk een mythologische, historische jeugdstrip. Het concept paste prima in het blad Robbedoes van eind jaren zeventig/ begin jaren tachtig: Aurora en Ulysses zijn jonge, onschuldige kinderen en de strip heeft een absolute feelgood-vibe.
De twee paardmensjes zijn ongehoorzaam geweest en uit de Griekse godenwereld Olympos gezet.
Aan het eind van elk avontuur proberen ze via een mythologische poort thuis te komen, maar steeds weer komen ze in een ander tijdperk terecht, waar altijd wel iemand hun hulp kan gebruiken. Of waar iemand bereid is hén te helpen.
De verhalen zijn sympathiek, maar niet wereldschokkend en veel mythologie zit er ook niet in...
De tekeningen zijn net zo fraai als die van Aurora en Ulysses’ bekendere neefjes de Minimensjes.
Hoewel de verhalen zich zoals gezegd in een heel ander genre afspelen zijn er ook veel overeenkomsten. De Centauren zijn immers – net als de Minimensjes – vreemde creaturen die in aanraking komen met gewone stervelingen.
Seron lijkt dat in De Centauren zo af en toe zélf te vergeten: De mensen in zijn strips kijken soms nauwelijks vreemd op als twee blauwe mensjes met paardenonderlijven hun entree maken!

De Centauren zijn het onschuldige neefje en nichtje van De Minimensjes, maar ze hebben ook ondeugender familieleden.
Seron tekende in zijn laatste jaren (hij stierf in 2017) voor Rooie Oortjes De Minivrouwtjes.
Ook hier lijkt hij af en toe het speciale van zijn figuurtjes te vergeten, want als ze in aanraking komen met mensen van een normaal formaat kruipen ze,  wat betreft hun afmetingen, gedurende de verhalen steeds dichter naar elkaar toe. ...Niet alleen qua formaat, trouwens. De figuurtjes in De minivrouwtjes kruipen sowieso graag en veelvuldig op elkaar!
Hoewel je zou kunnen denken dat Seron voor deze reeks zijn Minimensjes erotische avonturen laat beleven heeft de reeks niets van doen met zijn langstlopende serie. Het zijn gewoon grappige verhaaltjes over mensen en mensjes met een hoog ontwikkeld libido.
De vergelijking met Dany’s Rooie Oortjes gaat alleen mank qua verhaalstructuur: Dany zette schuine moppen om in één-pagina gags; Seron laat zijn Minivrouwtjes albumvullende avonturen beleven.
Qua tekenwerk doet Seron trouwens ook niet veel onder voor Dany.
Beiden lijken veel plezier beleefd te hebben aan het tekenen van deze erotisch getinte stripverhalen.
Ach ja, die verhalen... het stelt allemaal niet veel voor en De minivrouwtjes is zeker Seron’s minst interessante strip, maar ook hiervoor geldt: lang niet alles is eerder in boekvorm verschenen en dankzij Saga’s integraal-beleid nu eindelijk compleet in de kast te schuiven…
Zestien goed gevulde bundels: Het is misschien iets teveel eer voor een tekenaar die zo zwaar leunde op Franquin's tekenstijl.
Maar welke stripliefhebber kan daar weerstand aan bieden?



(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!