Recensie Monsters HC door Barry Windsor Smith

Recensie Monsters HC door Barry Windsor Smith

 

Recensie Monsters HC

door Barry Windsor Smith

 

Barry Windsor-Smith, het is een naam die vaak genoemd wordt in het rijtje grote Amerikaanse tekenaars. Samen met Berni Wrightson en Richard Corben. Het verschil tussen die laatste twee en Windsor-Smith is dat van Wrightson en Corben in Nederland wel (mondjesmaat) strips werden uitgegeven. Van Windsor-Smith was niets te krijgen!
We moesten het stellen met een paar op krantenpapier gedrukte Conan's die als Peptoe-bijlages bij het weekblad Pep verschenen.
Windsor-Smith maakte trouwens sowieso weinig 'eigen' werk. Hij tekende wel voor uitgeverijen als Marvel (Wolverine Weapon X) en Valiant (Solar) aan comicreeksen, maar hoewel ik alle meer auteur-gedreven werk dat ik van hem te pakken kon krijgen kocht is er helaas maar een héél klein stukje van een plank voor hem ingeruimd in mijn boekenkasten.

In 2008 al vertaalde uitgeverij Sherpa wat van zijn Conan-werk. Rode spijkers kwam in een luxueuze uitgave op de markt.
En nu doen ze hetzelfde met Monsters.
Geen horror-strip á la eerder genoemde Wrightson en Corben, maar een doorwrocht boek over een vreselijk nazi-experiment.
Tijdens operatie Paperclip sleepte de Amerikanen zoveel mogelijk Nazi-wetenschappers mee naar Amerika – meer nog om te voorkomen dat die voor de Russen gingen werken dan dat ze ze zelf eigenlijk nodig hadden als je 't mij vraagt – en Smith gaat uit van het idee dat de nazi's werkten aan het maken van een supersoldaat.
Als Sergeant McFarland een vreemde, dakloze en éénogige jongeman zonder familieverbanden voor zijn recruteringsdesk krijgt speelt hij de jongen door aan de wetenschappers van project Prometheus.
Bobby Bailey is het perfecte proefkonijn om de nazi-technologie eens uit te proberen...

Smith vertelt een goed doordacht verhaal, waarbij hij op Amerikaanse manier tussen alle hoofdpersonen dwarsverbanden en connecties aanbrengt. Hij neemt ruim de tijd voor zijn verhaal en heeft meer dan 350 pagina's nodig om het tot een vrij bevredigend einde te brengen.
Over nazi's gaat het nauwelijks, en evenmin weinig over het wetenschappelijke project waar US Army recruut Tom Bailey in 1945 per ongeluk in Duitsland op stuitte.
Veel meer richt Windsor-Smith zich op de gevoelens van de hoofdpersonen. De wroeging van McFarland en de emoties van mevrouw Bailey die haar man totáál veranderd uit de oorlog zag terugkomen.
Het merendeel van de pagina's beslaat huiselijke taferelen en slechts hier en daar is ruimte voor de gruweltaferelen die ik aanvankelijk verwachtte.
Maar... het feit dat het boek niet direct aan m'n verwachtingen voldeed is positief. De diepgang van Windsor-Smith's verhaal verraste me aangenaam en hij schrijft werkelijk heel goed.
En dan het tekenwerk...
Tja. Dat is gewoon fantastisch. De man haalt uit pen en inkt alles wat er uit te halen valt, zijn arceerwerk is fenomenaal en het boek is ondanks zijn dikte en het gebrek aan kleur toch heel gevarieerd van beeld geworden.
Windsor-Smith wordt terecht genoemd als één van de grote Amerikaanse (al is hij van geboorte Brits!) tekenaars.
Ach.
Was er maar méér...

 

(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!