Recensie Bloedkoninginnen 6.1 Constance van Antiochie De rebelse prinses HC 1 door Gabriele Parma & Jean-Pierre Pecau

Recensie Bloedkoninginnen 6.1 Constance van Antiochie De rebelse prinses HC 1 door Gabriele Parma & Jean-Pierre Pecau

 

Recensie Bloedkoninginnen 6.1 Constance van Antiochie
De rebelse prinses HC 1 door Gabriele Parma & Jean-Pierre Pecau

 

De nieuwste loot in de reeks Bloedkoninginnen speelt zich af in Antiochië.
Ik weet niet of u dan meteen paraat hebt waar dat ligt, wat het grootste exportproduct is en wie er de baas is... nou, deze jongen niet!
Natuurlijk ken ik de naam, maar waar het nou precies lag... en wannéér? Want dat je het tegenwoordig niet meer in de reisfolders vindt wist ik dan weer wél.

Stripschrijver Jean-Pierre Pécau gaat ervan uit dat u dat allemaal zonder diep nadenken op kunt hoesten.
Een jaartal, een naam, een streek, de naam van een Mohamedaanse vijand en je wordt geacht genoeg te weten. Na een pagina of wat begon ik me toch af te vragen wat ik hier nou eigenlijk zat te lezen.
Op internet vond ik dat Antiochië in het huidige Turkije ligt, net boven Syrië en dat het in de tijd van de kruistochten een strategisch gelegen gebied was. Een opstapje voor kruisridders naar Jeruzalem. Bloedkoninginnen Constance van Antiochië speelt in de tijd tussen de eerste en de tweede kruistocht, als Boudewijn II koning is van Jeruzalem. Zijn schoonzoon Bohemund II is koning van Antiochië en Constance is diens dochter.
Waarom begint zo'n schrijver niet met een 'even voorstellen' à la Asterix?
Landkaartje erbij, korte geschiedenis van de politieke toestand en klaar.
Je hebt aan één pagina genoeg. Dat leest toch net effe wat makkelijker.
Het hoeft echt niet bij élke historische strip. Je mag ervan uitgaan dat iedereen Eypte weet te liggen en wel zo ongeveer weet wie Cleopatra of Napoleon was, maar de hier opgevoerde Constance van Antiochië is toch een stukkie obscuurder...

En tja, als je dan als lezer de hulp inroept van het internet, dan komen ook de foutjes die een schrijver maakt aan het licht: Zo blijkt dat Constance niet – zoals Pécua suggereert – tot aan haar huwelijk op tien-jarige leeftijd door haar moeder op haar kamer opgesloten werd. Het was korter 
– maar evengoed nog lang genoeg (daar kunnen wij Corona-lockdowners nog een puntje aan zuigen)!

Ook op belangrijker punten als het huwelijk van Constance met de 36-jarige Raymond van Poitiers is Pécau mijns inziens niet helder genoeg: In eerste instantie dacht ik dat het huwelijk door Constance's moeder gearrangeerd werd, maar die komt halverwege de ceremonie woedend binnen vallen, roepend: 'Stop met die schijnvertoning!'
...Dus dat zal dan toch wel niet...
En het initiatief ging zéker niet uit van Constance: Die werd tien minuten voor de plechtigheid tot haar verbazing ineens in een prinsessenjurk gehesen en naar de kerk gesleurd!
Wie het huwelijk wél geregisseerd had moest ik wederom van internet halen...

Natuurlijk is het toe te juichen dat onderbelicht gebleven historische personen gebruikt worden als basis voor een stripverhaal en een scenarist hoeft zich ook heus niet uitsluitend te houden aan historische feiten. Niets mis met een verhaal extrapoleren vanuit een paar gegevens.
Maar een scenarist heeft wél de opdracht een helder en vlot leesbaar verhaal te schrijven. Het mag complex en ingewikkeld zijn, maar niet stroef of onduidelijk.
Verder is dit eerste deel van Constance van Antiochië De rebelse prinses best aardig en met Gabriele Parma's tekenwerk is ook niets mis.
De eerste 'bloedkoningin' maakt ook nog even haar opwachting. Eleonora blijkt een nicht te zijn van Constance's echtgenoot Raymond.
Om daar zeker van te zijn moest ik trouwens opnieuw eerst fact-checken op het net...



(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!