Recensie Sammy integraal 1 HC 1970-1973 door Berck & Cauvin

Recensie Sammy integraal 1 HC 1970-1973 door Berck & Cauvin

 

Recensie Sammy integraal 1 HC 1970-1973
door Berck & Cauvin

 

Uitgeverij Dupuis en het weekblad Robbedoes werden bekend met grote humorstrips als Robbedoes, Guust Flater en Lucky Luke.
Verkoopkanonnen die tot op de dag van vandaag doordreunen.
Er stonden natuurlijk veel meer strips in het blad en in de jaren zeventig kende het nog drie grote humoristische reeksen, waarvan er eentje nog steeds in productie is: De Blauwbloezen.
De andere twee waren Sammy en De Minimensjes, die – na jaren uit de schapen verdwenen te zijn – nu weer in de stripwinkel te vinden zijn in de vorm van integrale bundels.
Alle drie de series waren populair en liepen lang.
De Blauwbloezen zit ondertussen op nummer 65 (64 zo u wilt, maar dat ga ik hier niet nogmaals uitleggen); De Minimensjes haalde 41 albums (in Frankrijk nog meer) en Sammy bleef daar nèt onder met 40 delen (als je De nieuwe avonturen van Sammy meetelt).


Als ik de drie reeksen met elkaar vergelijk, dan is De Minimensjes het minst 'grappig'.
Natuurlijk, de tekeningen zijn karikaturaal – zo'n beetje in de Guust Flater-stijl getekend – maar de door een meteorietinslag verkleinde mensen beleven eigenlijk meer avonturen dan dat er grappen worden gemaakt. Hoewel ik de integrales best leuk vindt om te lezen doen de verhalen me niet zo veel.
Met De Blauwbloezen vertelt scenarist Raoul Cauvin zeker ook avonturen, maar hij heeft met de eeuwige strijd tussen dienstklopper Chesterfield en lafaard Blutch een grappenformule waar je als lezer maar niet op uitgekeken raakt. Ik niet tenminste. De twee karakters zijn zo ijzersterk op elkaar afgestemd – of eigenlijk juist níet – dat hij er meer dan zestig albums mee kon vullen zonder dat het ging vervelen.
Diezelfde Cauvin schreef ook de avonturen van Sammy, maar dat levert toch een heel ander soort strip op.
Sammy is een lijfwacht in het Amerika van de drooglegging. Hoofdpersonen zijn Jack Attaway – die een soort lijfwachten-uitzendbureau leidt – en zijn trouwste werknemer Sammy.
Er is wel wat gaande tussen die twee, qua humor en snedige opmerkingen, maar van een chemie zoals tussen Blutch en Chesterfield is geen sprake: de strip moet het meer hebben van de actie en de slapstick. Daar leent de drooglegging zich natuurlijk perfect voor: Tommyguns, grote auto's (die je naar hartelust in de prak kunt rijden) en veel, héél veel geweld. Dat wordt in een voor de jeugd bedoelde strip als Sammy nooit bloederig, maar als je de zojuist verschenen eerste integrale doorleest vliegen de kogels en de granaten je om de oren.
Tekenaar Berck was al een gerenommeerd tekenaar die bij het concurrerende stripblad Kuifje naam had gemaakt. Zijn losse stijl leent zich perfect voor de door Cauvin aangeleverde verhalen.
Veel vaart en veel humor.


Om het succes van Sammy te testen gaf Dupuis eerst de opdracht voor verhalen van een half album lang. In de eerste Sammy integrale 1970-1973 worden al die 'halve' verhalen gebundeld met het eerste avontuur van album-lengte Rhum row en een massief dossier van meer dan 60 pagina's dat de levenslopen van Berck en Cauvin én Sammy haarfijn uit de doeken doet.
In deze eerste bundel worden de lijfwachten ingezet als kinderoppas, bejaardenverzorgers, escorteren ze een maffiabaas met een concurrent op de hielen, krijgen ze te maken met twee wetenschappers die elk een robot hebben gemaakt met maar één doel: die van de ander vernietigen, beschermen ze een bokser en infiltreren ze in een drank- en casinoschip op de Rhum row. Klassieke verhalen...
Cauvin zal in de hierop volgende jaren steeds weer een themaatje weten te verzinnen om Jack en Sammy op een ándere manier aan het werk te houden, wat op zich al een prestatie genoemd mag worden.

Je moet eigenlijk geen appels met peren vergelijken, maar ik waag me toch aan een klassementje: Sammy op de tweede plaats onder De Blauwbloezen, De Minimensjes op het laagste treetje van het erepodium...



(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!