Recensie Mac Coy integraal HC 01 De legende van Mac Coy door Antonio Hernandez Palacios & Jean-Pierre Gourmelen

Recensie Mac Coy integraal HC 01 De legende van Mac Coy door Antonio Hernandez Palacios & Jean-Pierre Gourmelen

 

Recensie Mac Coy integraal HC 1
De legende van Mac Coy
door Antonio Hernandez Palacios & Jean-Pierre Gourmelen

 

Antonio Hernandez Palacios en Jean-Pierre Gourmelen begonnen hun samenwerking aan Mac Coy in 1973. Bij Dargaud is men dan op zoek naar een nieuwe western om het Lucky Luke-maandblad mee op te vullen en Palacios zit nét zonder werk omdat het Spaanse blad waarin hij Manos Kelly publiceerde er mee uit scheidt.
Mac Coy gaat aanvankelijk van start als een reeks korte verhalen die telkens moeten gaan eindigen met een uitroep over Mac Coy's listigheid en behendigheid: 'Die man is een duivel!'
Dat idee wordt eerst afgezwakt (die man is een leeuw) en vervolgens helemaal verlaten. Mac Coy's listigheid en behendigheid is dan voor alle lezers duidelijk en Gourmelen kan zich gaan richten op verhalen met meer inhoud en focus.
Palacios tekent een aantal overgangsscènes om de korte verhalen aan elkaar te smelten en hé presto het eerste album is geboren. Hoe één en ander precies in z'n werk ging valt te lezen in het uitstekende dossier van Hans van de Boom.
Goed idee van Arboris om
bij gebrek aan een dossier in de Franse integrale er dan zelf maar eentje te fabrieken!

 

Mac Coy is zowel een vrij tijdloze westernstrip als een hippe jaren zeventig-strip. Ik kan me van mijn vroege dagen in De Strip-Aap nog herinneren dat het niet alleen de meest hippe lezers waren die naar Mac Coy kwamen vragen en dat verbaast me eigenlijk een beetje nu ik de strip herlees: Mac Coy is absoluut een produkt van de jaren zeventig waarin Palacios niet te zuinig experimenteert met kleurgebruik. Het werk heeft eenzelfde soort feel als de eerste strips van Moebius, die een meer elitair publiek aanspraken. Palacios deinst er niet voor terug een knalrode hemel te tekenen die grafisch heftig vloekt met de kobaltblauwe uniformjasjes. Bij sommige pagina's krijg je de neiging je zonneril er bij te pakken.
Ook het tekenwerk is redelijk gewaagd, druk gearceerd en kriebelig, maar verraadt van meet af aan het vakmanschap van de tekenaar, al worstelt hij aanvankelijk nog wel wat met de verhoudingen en dreigt Palacios – als hij verbazing wil uitdrukken – zelfs te belanden in het karikaturale kamp. Samen met die uitbundige inkleuring levert dat soms hele vreemde plaatjes op.
Het licht psychedelische effect dat de strip in die begindagen opgeroepen moet hebben werd allicht nog versterkt door de technische problemen die men ondervond bij het drukken. De drukke manier van tekenen en inkleuren maakte dat de pagina's van de oude albums soms totaal dichtslibten of ten onder gingen aan wiegedruk.
Dat is anno 2018 allemaal verholpen en Mac Coy valt nu eindelijk zo te genieten zoals het bedoeld was door Palacios en Gourmelen.
En? Overeind gebleven?
Mac Coy was geen gelikt produkt waar een marktstrategie aan ten grondslag lag.
Eerder een experiment waarbij de auteurs al creërend de juiste mix zochten en vonden.
Juist dát maakt dit buitenbeentje van de westernstrips ook anno 2018 nog zeer de moeite waard!



(HH)

Interesse? Koop het album hier!