Recensie Doc Silver
24 uur voor Doc Silver, De sluipende dood, De gijzelaar, Het dal van de angst, De zwarte jager
door Fred en Liliane Funcken & Yves Duval


 

Twee redenen om dit weekeinde eens een oude strip uit de kast te trekken: Fred Funcken overleed afgelopen mei op 91-jarige leeftijd en in de Strip-Aap was afgelopen week het plankje Funcken-stripalbums aan de beurt om opgenomen te worden in de webshop.
Toen ik de albums in de vingers had kreeg ik zin er weer eens wat van te lezen. Het complete werk van de Funckens staat al jaren bij mij thuis in de kast, maar daar zijn ze sinds ik ze er in zette niet meer uit geweest...
De Funckens behoren tot de grondleggers van de realistische Belgisch-Franse strips en zijn samen goed voor een kleine halve meter strips. Ze worden door een kleine groep liefhebbers gekoesterd, maar genoten nooit grote bekendheid. Toch vulden zij eind jaren vijftig en begin jaren zestig met hun strips en illustraties een groot gedeelte van het weekblad Kuifje.

 

 

Het echtpaar Fred en Liliane Funcken maakten sámen strips. Dat komt meer voor: de vrouw van Jean Graton schreef de scenario's voor zijn soapreeks De Labourdets en Maryse en L.F. Charles schrijven ook al jaren met z'n tweeën. Als er echter getekend moest worden, dan deden de heren dat alleen.
In het geval van de Funckens ging de samenwerking verder. Toen Fred op een dag ziek te bed lag en de pagina's toch naar de drukker moesten besloot Liliane ze dan zelf maar te inkten.
Het ging haar wonderwel af en sindsdien inktte ze al Freds potloodtekeningen.
Mede daardoor was dit echtpaar in staat een waanzinnig hoge productie te halen.
Ook door kort door de bocht te gaan, want in de strips van de Funckens is precies aan te wijzen waar ze gehaast waren en door tijdgebrek genoegen namen met minder dan het allerbeste.
Strips werden in die jaren nog gezien als wegwerpartikel.
Door de bank genomen worden hun strips slordiger naarmate een 'held' langer meeging.
Qua tekeningen zijn de vroege delen steevast beter dan de latere.

 

 

Het inktwerk van Liliane is van bijzondere kwaliteit. Enerzijds slaagt ze er in de tekeningen heel helder en overzichtelijk te houden, anderzijds heeft ze een lekker dikke en zwierige lijnvoering.
Het was de stijl van die tijd, tegenwoordig ziet het er wat gedateerd uit omdat de Funckens niet de enige waren die in een dergelijke stijl tekenden. Zo'n beetje alle realistische strips die in de weekbladen Kuifje en Robbedoes van die tijd verschenen waren in deze stijl getekend, die door Jijé bepionierd was, net als zo'n beetje alle karikaturale strips van die tijd geënt waren op het werk van Franquin.
Fred en Liliane hadden een duidelijke voorkeur voor historische strips.
Zo maakten ze strips over de middeleeuwen (De witte ruiter), de Vikingen (Harald), het wilde westen (Jack Diamond en Doc Silver) en de musketiers (De dappere musketier).
Samen goed voor zo'n dertig albums, want de Funckens waren hun helden redelijk gauw zat en zetten dan een nieuwe strip op. Hun grootste werk zijn eigenlijk hun korte historische verhalen die ze voor Kuifje (en een tijdje voor Robbedoes' Oom Wim) gedurende vijftien jaar maakten.
Mocht een uitgever die ooit nog eens gaan bundelen (graag!), dan kan hij er met gemak twintig albums mee vullen, want de Funckens tekenden er meer dan 200!

 

 

In de jaren zeventig stopte het echtpaar met het maken van strips (om in latere jaren nog af en toe terug te keren naar hun oude vakgebied) en legden ze zich toe op historische illustraties.
Vermoedelijk was het korte verhaal hun grote kracht. Op de lange baan waren hun verhalen nogal onevenwichtig.
De verhalen (geschreven door Yves Duval) van de vijf Doc Silver albums die ik zojuist uitgelezen heb zijn nauwelijks interessant te noemen. Ze zijn overduidelijk gemaakt om in een tempo van twee pagina's per week genoten te worden en gericht op een jeugdig publiek.
Doc Silver is een dokter die in 24 Uur voor Doc Silver zijn praktijk verlaat om zijn broer bij te staan die beschuldigd wordt van moord.
Natuurlijk is de broer onschuldig.
Doc blijkt - hoewel zijn brilletje en zijn beroep anders doet vermoeden - niet voor een kleintje vervaard en beschikt over 'stalen vuisten' die hij desnoods inzet voor de goede zaak. Dat gebeurt al op pagina 2 van het eerste verhaal en de ontvanger van de opstoppers zal de knuisten van Doc niet licht vergeten.
Aan dokteren zal de sympathieke Gary Silver in al zijn avonturen niet veel toekomen, al zijn er in elk album wel slachtoffers die het zonder zijn medicinale kennis niet overleefd hadden.
In het tweede (De sluipende dood) en derde (De gijzelaar) album komt Doc Silver terecht in de Mexicaanse revolutie en geeft hij blijk van lak aan politieke correctheid door de revolutionairen ter zijde te staan; Doc's beste albums...
Voor het overige gedraagt hij zich keurig en hanteert in het ergste geval de krachtterm: 'Potverkaatje'.
Ook blijft de bij Kuifje-helden verplichte haarkrul (Michel Vaillant heeft er ook één) voortdurend in de plooi en overleeft zijn toch kwetsbare bril alle geweld dat Doc ten deel valt.
In het vierde album Het dal van de angst gaat Doc zijn vriend Billy helpen.
Billy heeft een nieuwe baan als ingenieur bij de aanleg van een stuwdam. Het duurt niet lang of Doc ontvangt een brief van Billy, er is rottigheid en Doc laat zich door Billy's werkgevers aannemen als dokter om hem te hulp te snellen. Hij komt te laat, Billy wordt juist met een gebroken nek afgevoerd, van een steiger 'gevallen'. Doc neemt het op tegen de brute Brady. Die heeft vanaf dat moment nog maar één doel: Doc te grazen nemen en dat doet hij op – voor die tijd zeker – hardhandige wijze. Doc overleeft natuurlijk en rekent af met Brady, wiens kwaadaardigheid op geen enkele manier door
Yves Duval verklaard wordt.
Voor Doc Silver zijn laatste avontuur nemen de Funckens samen met Duval een reuzestap.
Doc heeft zijn autootje ingeruild voor een vliegtuig om snel bij zijn patiënten te kunnen zijn.
Het is slecht een aanleiding, want een paar pagina's later vliegt Doc in de Eerste Wereldoorlog aan geallieerde zijde mee om de Duitsers te bestrijden.
Van Het Wilde Westen regelrecht de loopgraven in...
Het zijn echter niet de Duitsers waar Doc en de zijnen het meest last van hebben; er vliegt een Zwarte jager rond hun kamp die zowel Duitse als geallieerde vliegtuigen neerhaalt....

 

 

Het zijn allemaal best aardige verhaalopzetjes, maar helaas worden ze nogal fantasieloos en routineus uitgewerkt.
Wat Doc Silver toch de moeite waard maakt zijn de fraaie tekeningen en het typische jaren vijftig/zestig strip-blad-voor-de-jeugd-sfeertje.
Zou een stripmaker vandaag de dag met dergelijke scenario's aan komen zetten, dan zou ik er vermoedelijk geen spaan van heel laten, maar je moet beseffen dat in de vroege jaren zestig andere regels golden.
Strips waren wegwerpproducten. Enkele waren zo goed dat ze tot op de dag van vandaag nog recht overeind staan, anderen werden terecht vergeten en enkelen – waaronder Doc Silver – hangen daar een beetje tussenin.
Het feit dat Fred en Liliane uiteindelijk illustreren verkozen boven het maken en schrijven van strips geeft aan waar hun hart lag.
Bij het tékenen.
Op dát gebied behoorden de Funckens tot de top van de Kuifje-stripmakers.

 


(HH)