Recensie Blake & Mortimer 22 De Septimusgolf
door Antoine Aubin, Etienne Schreder & Jean Dufaux


 

Hoewel het in de strip nooit zo direct geduid wordt speelt Blake & Mortimer zich ogenschijnlijk af in de jaren vijftig. De auto's zijn uit die tijd en ook de ideeën over de wetenschap en de toekomst stammen uit de periode waarin Edgar P. Jacobs zijn meesterwerk gestalte gaf.
Eén van Jacobs grootste inspiratiebronnen was de science-fiction van zijn tijd. Het hoorspel War of the worlds – over de invasie van de Marsmannen – was zó echt dat mensen meenden dat buitenaardse wezens daadwerkelijk op aarde geland waren, in Roswell was een UFO neergestort en in Engeland was de BBC serie The Quatermass experiment een groot succes.
Horror-filmgigant Hammer baseerde er een aantal succesvolle bioscoopfilms op die Jacobs zéker gezien heeft.
In navolging van de Blake & Mortimer-schepper richt scenarist Jean Dufaux met het nieuwste album De septimusgolf ook de blik op Quatermass en soortgelijke science-fiction.
Door het album direct na de gebeurtenissen in
Het gele teken te plaatsen vermijdt hij bovendien één van de gevaarlijkste valkuilen die de strip kent: Het onvermijdelijke opdraven van aartsvijand Olrik. Die wordt er nog wel eens te pas en te onpas bij gehaald, waardoor je als lezer af en toe vermoeid denkt: daar heb je hem ook weer!
In plaats van Olrik vanuit het niets te laten opduiken vraagt Dufaux zich af wat er met hem gebeurd is na zijn nare ervaringen als de Guinea Pig van professor Septimus.
Legitiem en logisch.
En dan zal het niemand verbazen dat er een partij opduikt die de experimenten van Septimus verder wil zetten en Olrik daarbij goed gebruiken kan.
Ook professor Mortimer zélf voelt zich aangetrokken door de wetenschappelijke kant van Septimus' gevaarlijke experimenten en het is mede door zijn handelen dat de stad ineens overspoeld wordt door reïncarnaties van de gesjeesde wetenschapper.

 


Dufaux maakt van zijn eerste Blake & Mortimer zowel een feest van herkenning als een haast surrealistisch album, met name door de Magritte-verwijzing die door het hele album loopt.
Het levert de meest Jacobiaanse
Blake & Mortimer op sinds de meester zelf afscheid moest nemen van zijn helden en het is knap hoe Dufaux hier met ingrediënten uit oude Blake & Mortimer-verhalen toch een nieuw avontuur weet te brouwen dat origineel en onderhoudend is.
Het is het kenmerk van de meesterverteller, die niet veel nodig heeft om te schitteren.
Het tekenwerk is bij Antoine Aubin en Etienne Schreder net als vorige keer (De vloek van de dertig zilverlingen deel 2) in zeer goede handen, ook wat dat betreft doet De Septimusgolf aan als een authentieke Edgar P. Jacobs.
Klassieke klasse!

 


(HH)