Franquin stopte
na het 19e album met Robbedoes om zich geheel aan Guust Flater te kunnen wijden.
Er werd een opvolger gevonden in Jean-Claude Fournier. Die mocht alle figuren die Franquin voor de reeks bedacht had gebruiken behalve de Marsupilami, daar had Franquin zelf plannen mee.
Toch speelt de Marsupilami in Fournier's eerste Robbedoes-album De goudmaker wel degelijk mee.
Franquin tekende steeds de Marsupilami in de tekeningen van Fournier, die al het overige tekende.
De samenwerking begint op het eerste plaatje van het album meteen goed als Spip (door Fournier) en de Marsupilami (door Franquin) (1) samen
in de Spirou/Robbedoes zitten te lezen (2).
...Nou ja... lezen, de Marsupilami houdt het blad... op de kop!


 
 



Het is niet de enige keer dat Fournier één van zijn striphelden een stripalbum laat lezen.
In het Robbedoes-album
De doodsman leest een militair in het eerste deel van Walthery's Natasja (3).
Die militair is Fournier zelf, hij zou zichzelf een aantal malen als stripfiguur opvoeren in zijn eigen verhalen...


 

 

 

Nog veel gekker maken zijn opvolgers Nic Broca en Raoul Cauvin het in Robbedoes 32 De stiltemakers.
Het uitgangspunt van hun verhaal lijkt wel wat op dat van het tweede Sophie-album De bel der stilte.

Dat feit wordt door de heren benadrukt als twee schurken dat album er even bijpakken om te zien hoe de uitvinding precies werkt!

Fournier toont ons zowel de voorkant van het Sophie-album (4) als de achterkant (5).

 





 

In Veerle Hildebrandt's Black paradise verhuist Lisa met haar ouders vanuit Duitsland naar Afrika.
Om de overgang iets te vergemakkelijken heeft ze stripboeken van 'thuis' mee.
Onder andere een album van Yakari (6)...

 




 

André Franquin is de uitgever die hem groot maakte - Dupuis - vrijwel zijn gehele leven trouw gebleven.
Toch heeft hij ook een tijdje gewerkt voor Dupuis' grootste concurrent Lombard.
De weekbladen Robbedoes (7) en Kuifje (8) streden om de gunst van de striplezertjes en toen Franquin na een meningsverschil met Dupuis een contract tekende met Lombard voor de strip Ton & Tineke, was Dupuis daar op z'n zachtst gezegd niet blij mee. Het meningsverschil werd bijgelegd en een tijdje werkte Franquin (contract is contract) voor béide bladen.
Je ziet iets van Dupuis' woede terug in onderstaande tekening van Franquin (die afgebeeld staat op het schutblad van de chronologische Guust Flater-album 10 Van Flaters tot kraters) waarop Robbedoes (7) geërgerd is omdat Guust in Kuifje (8) leest...
Over flaters gesproken: Het contract met Lombard maakte dat de werkdruk van Franquin (die toch al erg groot was) nog verzwaard werd!


 

 

 

In het album Alternative facts - Trumps werkelijkheid nemen auteurs Fred de Heij, Noël Ummers en Pieter Albert het twittergedrag van Donald Trump op de hak. Zoals hieronder waar ze de president van Amerika er op uit sturen om zich te gaan verdiepen in de geschiedenis van de Indianen.
Hij doet dat met behulp van Hans G. Kresse's De meester van de donder (9) uit diens Indianenreeks!

 



 

 


En wat leest Willemse, de portier van de Nederlandse geheime dienst in een verloren ogenblik?
De Pep (10), natuurlijk. Het blad waarin de avonturen van Agent 327 werden gepubliceerd!
Uit Dossier schouderholster.

 



 

In het verhaal De valse falsaris (De jeugd van Robbedoes) speelt een stripalbum zelfs de hoofdrol!
Tome & Janry komen een falsaris op het spoor die het - niet bestaande - vijfde album op de markt brengt.
Van Guust Flater verschenen aanvankelijk vijf oblong deeltjes, vanaf deel 6 verscheen de serie in een A4 formaat.
De vijf oblong boekjes werden - samen met niet eerder gebundeld materiaal - in vier reguliere albums herdrukt en deel 5 BESTOND-DUS-NIET, zoals Pruimpit ons jarenlang vanaf het achterblad toeriep.
Later verscheen er alsnog een vijfde Guust Flater-deel met ongepubliceerd materiaal, maar jarenlang had de verzamelaar een gat in zijn verzameling.
Een gat dat gevuld kon worden met illegale spookalbums, zoals het exemplaar waar de Robbedoes-hoofdredacteur het over heeft en wat Balbo er onderaan bij geplakt heeft (11).
Die hoofdredacteur is overigens de toenmalige tijdschriftbaas Thierry Martens (12).
En de lachmeeuw van Guust (13) komt linksboven ook nog even langsvliegen!


 



Dat was het voor deze keer, tot in een volgende Vlooien met Balbo,

 

 

Balbo de Strip-Aap