In De nieuwe avonturen van Clifton deel 2 Just married (dat zich vóór het tijdperk van The Beatles afspeelt) voorspelt een waarzegster dat vier Britse 'beatniksels! Nee... kevers' succes zullen krijgen tot in de VS.
Clifton is sceptisch, maar Elvis & Frank Sinatra zouden inderdaad bijna bang worden van die 'vier kevers op hun pad' (1).

Even verderop in het album is te zien dat auteurs Turk & Zidrou de kevers hoog hebben zitten. Op het uithangbord van een boutique in de achtergrond (2) prijkt de titel van een Beatles-song: Oblady (Obladi-oblada)...

Ook in eerdere albums van Turk zijn verwijzingen naar de Fab Four te vinden.
Als Robin Hoed en sheriff Fritz Alwill in Europa op zoek zijn naar koning Richard Leeuwenhart (album 7 De wandeling der Engelsen) komen ze hem op het spoor dankzij - alweer - een song van The Beatles.
Sheriff Alwill is aanvankelijk erg gecharmeerd van de Oostenrijkse volksmuziek, maar verzucht uiteindelijk: 'Onze eigen klaagliederen zijn veel aardiger. Deze bijvoorbeeld: Penny Lane'... (3)
Koning Richard brult vanuit zijn gevangenis mee: '...Is in my ears and in my eyes...'

Paul Schuurmans tekende enkele avonturen van Lucky Luke die weinig om het lijf hadden, diens zogenaamde sexavonturen.
Op één van de albums is een saloonpianist te zien die zijn tijd vér vooruit is (4). Het stuk dat hij speelt is Whole lotta shakin' (goin' on) waar Jerry Lee Lewis pas veel later in 1957 een grote hit mee zou scoren.
Whole lotta shakin' goin' on is - net als veel rock & roll-termen - een eufemisme voor sex en het nummer is dus uitstekend gekozen voor de vreemde avonturen die de eenzame cowboy in dit album beleeft...

Het album Glimlach 58  viert de zestigste verjaardag van de wereldtentoonstelling Expo '58 die te Brussel werd gehouden.
Er zijn in het album ook sporen van de muziek van 1958 terug te vinden. Zo draait de moeder van hoofdpersoon Kathleen van Overstraeten een plaat van Jacques Brel (5) en kwam Annie Cordey de werf bezoeken toen de Expo nog in aanbouw was.
Ze is nu zo goed als vergeten, maar was destijds een ster met haar Hula hoop...
Haar singletje krijgt een gastrolletje in Glimlach 58 (6).

In het vierde deel van de strip Mooie zomers loopt Louis' cassettebandje vast. Oudere jongeren zoals ondergetekende zullen zich die ergernis nog wel herinneren. Louis is ontroostbaar. Maar gelukkig vindt zijn striptekenende vader een vervangexemplaar voor hem bij de benzinepomp en kan Louis zich weer onderdompelen in The wall van Pink Floyd (7).

Aan boord van het schip van de Nederlandse piraat Kleine Pier zingt men natuurlijk oud Hollandse zeemansliedjes. Onder andere Kaap'ren varen (8).
In de tijd dat dit verhaal De danser van Algiers in Eppo verscheen (1975) had de Nederlandse folk(rock)groep Fungus er een hitje mee.
Het is niet bekend hoe oud dit zeemanslied is. Het is terug te traceren tot in de 19e eeuw, maar zou best veel ouder kunnen zijn.
Het lijkt dus alsof de kapers hier een modern liedje aan het zingen zijn, maar voor hetzelfde geld was het écht een tophit in Pier's dagen...

Wat Balbo zéker weet is dat Kaap'ren varen in Frankrijk géén hit was!
Dat hetzelfde lied (al is deze keer een baard niet nodig, maar klompen wél) in het Philemon-album De wilde piano (9) opduikt is dus te wijten aan de vertalers Erik van Helvoort & Ben Kamphuis.
Balbo heeft de eerste druk van De wilde piano er even bijgezocht (10) en daarin zingt de zeewandelaar inderdaad een heel ander nummer! Wij zijn twee enzame cowboys van Johnny & Rijk, uit 1957.
Kaap'ren varen kwam pas in 1974 op plaat uit, een jaar na de eerste druk van het Philemon-album De wilde piano.

In het Natasja-verhaal Paniek in de lucht blijkt voor het eerst dat Walter een groot muziekliefhebber is en met name van blues en jazz houdt. Hier gaat hij lekker genieten van Big Bill Broonzy (11) en Memphis Slim (12)...
Er ligt trouwens ook een Spirou (Robbedoes) album (13) in de kast op de plank onder de platenspeler.

Dat was het voor deze keer, Balbo gaat zelf een elpeetje van Big Bill Broonzy opzetten.
Tot in een volgende Vlooien met Balbo,

Balbo de Strip-Aap