Recensie De aanslag HC door Milan Hulsing naar Harry Mulisch

Recensie De aanslag HC door Milan Hulsing naar Harry Mulisch

 

Recensie De aanslag HC
door Milan Hulsing (naar Harry Mulisch)

 

'Het werk van Mulisch is vullis. Reve, da's pas leven!'
Een uitspraak van Gerard (van het) Reve waar ik altijd aan moet denken als Harry Mulisch ter sprake komt. De twee streden in de jaren zeventig van de vorige eeuw om de titel 'De grootste schrijver van Nederland.' Mulisch wist wel wie die titel rechtens toekwam: Hèm! Een groter ego dan Mulisch heeft er niet rondgelopen in letterland.
Ik koos voor Reve. En de stripwereld ook:
Of liever gezegd Dick Matena koos en een groot publiek volgde: Reve werd verstript (De Avonden), Mulisch niet.
Tot nu, want Milan Hulsing heeft zich gewaagd aan De aanslag, net als De Avonden een niet uit de Nederlandse letterkunde weg te denken boek. Mijn – door Reve en Mulisch' ego – gevoede afkeer van Mulisch en zijn werk was er de oorzaak van dat ik waarschijnlijk één van de weinige Nederlanders van mijn generatie ben die het boek nooit gelezen heeft, noch de film erover gezien heeft.
Werk van Hulsing had ik wél gelezen. Zijn Stad van klei vond ik geweldig.
Ook de manier waarop hij De aanslag in beelden gevangen heeft, denk aan Pedrosa's Portugal, ziet er veelbelovend uit.
Ik begin dus toch maar, met enige scepsis, aan mijn eerste Mulisch-ervaring.

Hulsing slaagt er in om mij helemaal te doen vergeten wiens verhaal hij hier bewerkt. Mulisch verdwijnt gaandeweg het lezen helemaal naar de achtergrond. Wat overblijft is een boeiend verhaal over een Nederlandse jongen wiens leven overhoop geschopt wordt door de oorlog en de implicaties die dat heeft voor het 'normale' leven. Hij, zijn broer en zijn ouders bemoeien zich zo weinig mogelijk met de bezetters, maar op een avond klinken er pistoolschoten en ligt er ineens een dode NSB-er bij de Steenwijks op de stoep!
Cadeautje van buurman Korteweg, die het lijk op zíjn stoep aantrof en liever niet aan de bezetter wil gaan uitleggen hoe het daar gekomen is. Peter, de broer van hoofdpersoon Anton Steenwijk, probeert het lijk op zijn beurt nog te verslepen naar een ander huis, maar dan duiken de Duitsers op...
Anton is, als dit verhaal begint, student, maar de gebeurtenissen uit zijn jeugd laten hem niet
los.
Hij
zit met zoveel vragen. Wáárom heeft buurman Korteweg die avond het lijk bij hén voor de deur gelegd en niet aan de ándere kant bij Aarts voor de deur? Daar had niemand in de buurt wat mee, die groetten je niet eens als je ze op straat tegenkwam...
Stukje bij beetje krijgt Anton eenmaal volwassen de puzzelstukjes aangereikt om zich een beeld te kunnen vormen van wat er die nacht precies gebeurd is. En waarom.
Boeiend verhaal, heel inleefbaar dat iedereen probeerde – letterlijk – z'n eigen stoepje schoon te vegen.
De manier waarop Hulsing dit verhaal in beeld brengt is verbluffend. Met zijn ogenschijnlijk wat naïeve tekeningen weet hij de met dit verhaal gepaard gaande emoties extra krachtig over te brengen. Zijn schilderstijl is experimenteel, maar met name zijn kleurgebruik tilt het geheel naar een hoger plan.

Het is natuurlijk flauw om te beweren dat Hulsing er óndanks Mulisch een heel goed album van heeft gemaakt, maar zonder hem had ik nooit kennis genomen van Mulisch' bekendste boek... Of hij het boek recht heeft gedaan, kan ik niet beoordelen, maar ik ben blij dat Hulsing me overgehaald heeft!

(HH)

Interesse? Koop het album hier!