Recensie Eden Hotel 1 Ernesto
door Ippoliti & Agrimbau
(Che Guevara)


 

 

Biografieën in stripvorm, de Europese strip begon er zo'n beetje mee, al waren de waar gebeurde verhalen van Oom Wim in Robbedoes te beknopt om van echte biografieën te kunnen spreken. Tegenwoordig is de stripbiografie weer helemaal in, al zijn de verhalen nu langer en – gelukkig – kritischer.
Door de populariteit van dit genre zijn doublures haast onvermijdelijk.
Vincent van Gogh sneed bijvoorbeeld de laatste paar jaar al in víer stripbiografieën zijn oor af. Naast
Stok en Berserik 'vergrepen' Smudja en Verhaegen zich aan het veelbewogen leven van de schilder.
Revolutionair extraodinair Che Guevara blijkt ook een gewild 'slachtoffer' voor enthousiaste biografen-in-de-dop. Eden Hotel is zijn derde stripbiografie – na twee albums die beiden kortweg Che genoemd werden (één van Breccia/Oesterheld en één van Colon/Jacobson) – en het is een buitenbeentje.



Eden Hotel 1 Ernesto berust op waargebeurde feiten, maar het verhaal is van begin tot eind verzonnen en ook handelt het niet over de daden waar Guevara zijn faam aan te danken heeft.
Het is eerder een Tweede Wereldoorlog-strip, maar dan een die zich buiten Europa afspeelt.
Búiten Europa...
In de Pacific dus?
Nee, in Zuid-Amerika!
Woedde de Tweede Wereldoorlog dan ook in Zuid-Amerika? zult u zich afvragen...
Nee, maar er zaten wel veel Duitsers (na de oorlog zaten er nog veel meer trouwens), onder andere in het Eden Hotel, waar de jonge Helena Werner werkt als kinderoppas en waar ze kennismaakt met de astmatische maar opstandige jonge Ernestito Guevara.
Als de situatie in Europa verslechtert wordt Helena ingezet voor militaire doeleinden, ze moet met de Enigma-machine gecodeerde berichten versturen naar het Derde Rijk, want de in Argentinië verblijvende Duitsers willen zich niet onbetuigd laten in de strijd tegen de rest van de wereld.
Ernesto's vader maakt deel uit van de antifascistische verzetsbeweging Acción Argentina en al gauw mengt de toekomstige Che zich ook in het verzetswerk...



Tekenaar Gabriel Ippoliti weet met zijn fraai geschilderde nostalgisch aandoende tekeningen met name de onschuld van de in het hotel werkzame meisjes knap op papier te zetten. Het deed me een beetje denken aan de film over de laatste dagen van Hitler Der Untergang en dan met name Traudl Junge's rol daarin.
Schrijver Diego Agrimbau (beiden zijn onbekenden in de Nederlandse stripboekenwinkel, maar publiceerden al wel eerder samen in Frankrijk) brengt een overtuigend en indringend verhaal over hoe het had kunnen gaan.
In werkelijkheid zijn Che en zijn vader wel bij het hotel geweest, maar hebben ze er nooit verbleven. Dit verhaal vertelt wat er had kunnen gebeuren als ze er wél hun intrek hadden genomen.
Eden Hotel is geloofwaardig en boeiend en eigenlijk interessanter dan de twee eerdere stripbiografieën die over Che's revolutionaire wapenfeiten handelden...



(HH)