Recensie Fraternity deel 1 & 2
door Munuera & Canales

 

 

 

In onze maatschappij klinkt steeds meer de roep van de zelfredzaamheid. Laat iedereen voor zichzelf zorgen! Valt er iemand tussen de wal en het schip: pech gehad. Precies het omgekeerde van wat er zich zo'n 200 jaar geleden voordeed. Een aantal mensen vond destijds dat er wat gedaan moest worden aan het grote verschil tussen arm en rijk, dat door de industriële revolutie almaar groter werd.
Eén van de initiatieven om de armen een beter leven te geven – en te komen tot de perfecte maatschappij – was het oprichten van kolonies. Gesponsord door de rijken, konden de armen daar onderdak, eten en werk vinden. In Nederland hadden we bijvoorbeeld de Maatschappij van Weldadigheid in Drenthe.
De veenkoloniën. Opgericht in 1818. Zo'n 100 jaar later werd het boek gesloten. Experiment – feitelijk – mislukt. Wat er vandaag de dag van rest is de penitentiaire inrichting Veenhuizen.



De tweedelige strip Fraternity gaat over zo'n soort kolonie, maar dan in de Verenigde Staten.
De rijke weldoener Robert McCorman heeft vol idealen New Fraternity gesticht. Het had een nieuw Utopia moeten worden, maar donkere wolken pakken zich samen boven de gemeenschap. Er is verdeeldheid onder de idealisten en het geld raakt op. Om de boel draaiende te houden moeten ze zich inlaten met de vervloekte buitenwereld.
Daar woedt de Burgeroorlog. De kolonisten van New Fraternity zien zich genoodzaakt dekens en uniformen te maken voor het leger van de Noordelijken. Daarmee is misschien de financiële ondergang afgewend, maar hun problemen beginnen eigenlijk pas echt...


'Iedereen is gelijk,' het is een mooi idee, maar zo werkt het bij mensen niet. De verwilderde jongen Emile, die in de bossen rond New Fraternity gevonden wordt en in de kolonie een nieuw thuis vindt, wordt door de andere kinderen niet geaccepteerd. Hij is 'anders' en dus de pineut. Bij de volwassenen gaat het iets subtieler, maar eigenlijk eender. Ze bakkeleien over hun ideeën en idealen, maar de zo hoog gewaardeerde eenheid is ver te zoeken.
Deze ingrediënten waren naar mijn mening voldoende geweest om van Fraternity
een boeiend verhaal te maken, maar de auteurs hebben gemeend er nóg een element aan toe te moeten voegen: In de bossen rond New Fraternity huist een wezen, een monster. Het bedreigt het voortbestaan van de kolonie en het lijkt een speciale band te hebben met Emile...

 

 

De ontwikkelingen rond het monster is het enige dat me stoort aan deze verder prachtige strip; was niet nodig geweest en het doet de geloofwaardigheid en het realisme van deze vertelling te kort.
Afgezien daarvan heeft Juan Diaz Canales met Fraternity een knap sociaal drama afgeleverd. Hij bewees al eerder met de strip Blacksad dat hij in staat is politieke en sociaal-maatschappelijke gebeurtenissen om te werken tot strips voor een groot publiek.
Zijn verhaal wordt met veel schwung in beeld gebracht door Jose Luis Munuera, die er met zijn aan Robbedoes ontleende karikaturale stijl tóch in slaagt een realistische sfeer op te roepen, net zoals hij dat eerder deed in Het teken van de maan. De sfeervolle inkleuring van Sedyas ondersteunt hem daarin perfect.


(HH)