Delisle's reis-strips 1 Birma / 2 Pyongyang
Guy Delisle

 

Pyongyang is het tweede boek van Guy Delisle dat in het Nederlands verschijnt. Het is tevens zijn tweede strip-reisboek, al is de volgorde waarin hij ze tekent niet die waarin ze in Nederland uitgegeven worden. Van huis uit is Delisle geen striptekenaar, maar animator. Door financiële malaise in de tekenfilmsector wijken steeds meer producties uit naar verre – en dus goedkopere – landen. Delisle, die aanvankelijk in Frankrijk werkt, moet aan de slag als art-director in China om aan de Dupuis tekenfilmserie Papyrus te werken. De ervaringen die hij op doet vormen de basis voor zijn eerste (nu eindelijk in het Nederlands vertaalde) strip Shenzhen. Delisle spreekt de taal niet, kent de cultuur niet en de tekenaars die hij begeleiden moet zijn niet bijster getalenteerd.
Zijn leven wordt een vreemde mix tussen het saaie van het kantoorleven en het boeiende van een andere cultuur.
Delisle slaagt er in al deze ervaringen om te zetten in een goed stripboek met een eigen karakter.

Voor zijn volgende opdracht komt hij terecht in Noord-Korea. Hoe het mogelijk is dat er in een land als Noord-Korea – waar vrijwel geen buitenlander binnenkomt – een tekenfilmstudio gevestigd is waar ze televisiefilmpjes voor Westerse kinderen maken is slechts één van de ondoorgrondelijkheden van het regime. In Pyongyang is Delisle ondergebracht in een enorm hotel voor buitenlanders en mag hij alleen de straat op onder begeleiding van een gids. Contact met de lokale bevolking is nagenoeg onmogelijk en dus heeft hij nauwelijks meer gezelschap dan dat van zijn gids en zijn tolk Captain Sin. Oh, dan vergeet ik Kim Jong-Il natuurlijk, die onze held dag en nacht lijkt te vergezellen. Kim is óveral. Zelfs als Delisle in zijn scheerspiegel kijkt staart de leider van Noord-Korea hem emotieloos aan...
Normaal staan reisverhalen bol van de spannende gebeurtenissen. Bij Delisle is de verveling het grootste gevaar, en die ligt overal op de loer. Gelukkig is het Delsile zélf die zich verveelt, en niet de lezer.
Eigenlijk is Pyongyang niet zo heel veel anders dan Shenzhen, qua gebeurtenissen, maar het feit dat het zich afspeelt in één van de meest gesloten landen van de wereld geeft het een dreigende lading. Niet voor niets leest Delisle in Korea tijdens zijn vele verloren uurtjes 1984 van George Orwell.

 

Het derde reisboek van Guy Delisle, Birma, volgt eenzelfde patroon als de eerste twee, met dit verschil dat Delisle niet meer werkt als animator. Zijn vrouw is in dienst van Artsen zonder grenzen en wordt uitgezonden naar Birma. Delisle gaat mee en maakt er een strip over wat hij er mee maakt. En dat is niet veel; hij dwaalt wat met zijn zoontje in een wandelwagentje door de straten van Birma. De dictatuur Birma levert interessant materiaal en hij observeert goed genoeg om er weer een mooi boek mee af te leveren, maar de verveling wordt er eigenlijk alleen maar groter op nu er geen collega's, tolken of gidsen meer zijn om hem – hoe minimaal ook – wegwijs te maken.
Delisle's leven in Birma bestaat aanvankelijk vrijwel alleen uit pogingen om de club van de Australische gemeenschap – en dan voornamelijk hun zwembad – binnen te komen, ook omdat hij door een ontsteking in zijn arm niet tekenen kan.
Pas tegen het einde van zijn verblijf krijgt hij de kans om wat meer van het land en de projecten van Artsen zonder grenzen te gaan bekijken...

 

(HH)