Recensie Lijst 66 1 t/m 5 HC
door Eric Stalner


 

Lijst 66 voert de striplezer een kleine 4000 kilometer langs de historische snelweg die dwars door de Verenigde Staten van Illinois naar Californië liep: Route 66.
Het is niet voor niets dat Eric Stalner juist deze route neemt: ze is een begrip, al bestaat ze officieel sinds 1985 niet meer.

Stalners strip speelt begin jaren zestig, in de jaren dat John F. Kennedy president van Amerika was en de koude oorlog zich zo'n beetje op het hoogtepunt (of dieptepunt) bevond.
Hoover joeg met zijn FBI op communisten.
Volgens hem en McCarthy was Amerika vergeven van de KGB-agenten. Eén van hen is de hoofdrolspeler in deze strip: Alex Poliac.

Zelfs op de begrafenis van Alice – Alex' vrouw die bij een auto-ongeluk om het leven kwam – komt de politie hem lastigvallen.
Hij poeiert ze af, maar waarom gaat een onschuldig man die niets met politiek te maken wil hebben er vervolgens 's avonds met zijn jonge zoon Rob als een dief in de nacht vandoor?
Alex weet meer van politiek dan hij wil doen geloven, maar bovenal weet hij wat de slachtoffers van 'De Clown' – een gesjeesde moordenaar die zijn slachtoffers als clowns schminkt na ze afgemaakt te hebben – met elkaar verbindt: Lijst 66!
Daarop staan alle KGB-agenten langs de Route 66 op en Alex vertrekt om ze te gaan waarschuwen voor De Clown, die – het kan haast niet anders – werkt in opdracht van een Russische opdrachtgever.

 


Het verhaal dat Stalner vertelt zit in eerste instantie goed in elkaar, maar halverwege deze vijfdelige reeks raakt hij het spoor een beetje bijster, en daarmee de lezer ook. Wil Alex nou de mensen op de lijst waarschuwen, of wil hij zich met Deborah Hollowitz settelen in Newton, Missouri?
Als hij door het lot gedwongen prijsgeeft dat zijn vrijage met haar slechts bedoeld was om haar vader – die op Lijst 66 staat – te waarschuwen kun je als lezer niet anders dan concluderen dat Alex wel heel erg omslachtig te werk gaat.
En wat is de rol van Alice, de overduidelijk op Dana Scully van The X-files geënte boezemvriendin van Alice Poliac?
De bijzonder vage en voor het verhaal niet ter zake doende verwijzing naar de Lee Harvey Oswald is er helemaal aan de haren bijgesleept.
Iets minder pretenties hadden vermoedelijk een beter verhaal opgeleverd.

 


Qua tekenwerk ontwikkelt Eric Stalner zich precies de andere kant op: Het wordt steeds beter.
De eerste albums zijn best aardig getekend, maar wat schetsmatiger dan Stalner's eerdere werk en dat is in dit geval geen verbetering.
Vanaf deel drie slaat Stalner het inkten over en presenteert hij zijn tekeningen gewoon in potlood. De tijd die hij daarmee bespaart steekt hij in het uitwerken van zijn schetsen en zijn tekeningen hebben dan weer de finesse waar hij om bekend staat.
Na een wat zwabberend derde en vierde deel is het afsluitende deel – het verhaal is inmiddels helemaal op z'n kop gezet – weer een stuk coherenter en sterker.
Met name het einde is erg onverwacht en toont het lef van Stalner als scenarist.

Lijst 66
is een beetje een mixed bag, niet top, maar ook zeker niet slecht.

 


(HH)