Recensie Brammetje Bram integraal HC 1. Piraten in zicht!  2. Mummies en monsters door Eddy Ryssack & Frans Buissink

 

Recensie Brammetje Bram integraal HC
1. Piraten in zicht! 
2. Mummies en monsters
door Eddy Ryssack & Frans Buissink

 

Toen Marcel Remacle stopte met Ouwe Niek en Zwartbaard was er in het weekblad Sjors ruimte voor een nieuwe humoristische piratenstrip... óf voor een realistische racestrip. Ryssack koos – gelukkig, wat had de man aan moeten vangen met een autostrip á la Michel Vaillant?! – voor de piraten en zo werd Brammetje Bram geboren.
Sjors-hoofdredacteur Frans Buissink schreef de eerste verhalen.
Die vroege verhalen van Brammetje Bram zijn vrij onbekend, ze werden in Sjors voorgepubliceerd, maar tot albumpublicatie kwam het niet. Alleen het tweede verhaal De schatten van de Noer-Ahks schopte het tot een albumuitgave in de vroeggestorven Oberon stripreeks.
De overige Brammetje Bram-albums verschenen bij uitgeverij Novedi en bevatten latere verhalen. Dat betekent dus ook dat de twee tot nog toe verschenen Brammetje Bram integrales vrijwel alleen materiaal bevatten dat nooit eerder in boekvorm verscheen.

Technisch gezien zijn de integrales niet perfect, er waren geen originelen beschikbaar en er moest dus gewerkt worden met reproducties. Maar ja, als er geen beter materiaal voorhanden is houdt het op, Arboris heeft haar uiterste beste gedaan en de strip voorbeeldig heruitgegeven.
De dossiers zijn informatief, met name dat van het tweede deel dat over tekstschrijver Frans Buissink gaat.
Zijn scenario's zijn duidelijk gericht op een jong publiek. En hij schuwt het clichée niet, zeg!
De vroegste Brammetje Bram-verhalen gaan over piraten, een soort oermensen, indianen in de Mato Grosso, een Egyptische farao en een zeemonster.
Behoorlijk standaard-spul voor strips van die tijd...
Wat Brammetje Bram redt is de cast, daarmee heeft Buissink echt in de roos geschoten.
Brammetje zelf is een door- en door fatsoenlijke knul die per ongeluk op Knevel's schip verzeild raakt. Knevel is een meedogenloze piraat. Driek een maffe matroos, die zichzelf voor een drieste Noorman houdt. Marius een knokgrage bootsman (hij moest in latere verhalen het veld ruimen). Salver Quack een scheepsarts die bang is voor koude oren en So-wi-so een Chinese scheepskok met een voorliefde voor loempia's (bereid met kattevlees). Scheepskat Knarf probeert aan die loempia's te ontkomen en zorgt voor wat visuele humor op de achtergrond.
Bloeddorstige piraten zijn het, maar onderling hebben ze een hechte band, die de scherpe randjes van het piratenbestaan wat afzwakt voor de jonge lezertjes van Sjors. Buissink maakt niet de fout om van de slechterik (de piraat) een dommerik te maken! Wel is Brammetje ontegenzeggelijk de kienste van het stel, maar als de piraten in de problemen komen is dat te wijten aan de omstandigheden en niet aan sulligheid.
Dat maakt dat je Buissink's piraten gelóóft.

Het tekenwerk van Eddy Ryssack is fraai. Wat een onderschatte tekenaar is hij toch. Met een lekkere vette lijn weet hij ontzettend veel beweging in deze verhalen te suggereren. Soms zóveel dat het de strip bijna schaadt en degradeert tot een slapstick gebeuren. Het is te zien dat hij zijn carrière begon als tekenfilmmaker...
Het is fijn dat Arboris deze eerste zes Brammetje Bram-verhalen aan de vergetelheid heeft ontrukt.
Essentiële verhalen zijn het misschien niet, maar potverdikkie wat is dit sympathiek allemaal!



(Hans Hartgers)

Interesse? Koop het album hier!