Recensie Matteo 4 Augustus-september 1936 HC door Jean-Pierre Gibrat

Recensie Matteo 4 Augustus-september 1936 HC door Jean-Pierre Gibrat

 

Recensie Matteo 4 Augustus-september 1936 HC
door Jean-Pierre Gibrat

 

De periode van de twee wereldoorlogen en het daar tussenliggende – kortstondige – interbellum behoort politiek gezien tot één van de woeligste tijdvakken van de moderne geschiedenis van West-Europa.
Wereldoorlog II kan slechts goed begrepen worden door het politieke klimaat van de Eerste wereldoorlog en de tussenliggende jaren te bestuderen.
Het zijn de jaren die onze beschaving gevormd hebben, ten goede én ten kwade en we plukken er ook in de eenentwintigste eeuw nog de vruchten van.
Zoete en wrange...
Jean-Pierre Gibrat heeft begrepen dat er in de jaren tussen 1914 en 1945 veel te halen en te vertellen valt en situeert zijn stripreeks Matteo precies in dat tijdvak, er van profiterend dat die roerige jaren met het leven van één persoon konden samenvallen: dat van Matteo.

 


Als zoon van een Spaanse anarchist die vluchtte naar Frankrijk kan Matteo in de Eerste Wereldoorlog de mobilisatie aan zich voorbij laten gaan. Echter, de liefde voor Juliette – die haar hart dreigt te gaan verliezen aan Guillaume die wél ten strijde is getrokken – drijft Matteo in het eerste deel tóch de loopgraven in.
Daarna gaat het van brandhaard naar brandhaard. In het tweede album reist hij naar Petrograd om deel te nemen aan de Russische revolutie. In het vierde boek gaat hij deelnemen aan de Spaanse burgeroorlog. In het nog te verschijnen vijfde album wacht hem de Tweede wereldoorlog.


Gibrat ging vliegend van start, met het eerste deel leverde hij een geweldig stripalbum af dat de gruwelen van de loopgravenoorlog blootlegde, maar schoonheid in zich droeg door prachtig geschreven dialogen en haast filosofische overwegingen.
In de volgende delen ging hij qua scenario wat aan het zwalpen en verdween de urgentie uit de strip.
Matteo weet zich met zichzelf niet goed raad en dat komt in het scenario zó goed tot uiting dat Gibrat het zelf ook niet meer lijkt te weten.
Het tekenwerk is – ook in de latere delen – van hoog niveau. Hoewel het zichtbaar is dat Gibrat sneller is gaan werken (hij laat soms details onuitgewerkt en potloodlijnen die nodig waren voor het schetsen van bijvoorbeeld gebouwen zijn af en toe niet weggegumd) lijden zijn tekeningen daar absoluut niet onder. Het geeft ze juist een fris soort levendigheid mee.
Matteo zwalkt niet alleen van politiek conflict naar politiek conflict, maar ook van de ene schone dame naar de andere. Die zijn door Gibrat op hem vertrouwde wijze sprankelend op papier gezet: niet echt sexy, eerder alledaags. Maar toch aantrekkelijk en tot de verbeelding sprekend.

 

In het vierde deel Augustus-september 1936 komt er – letterlijk – weer wat schot in het verhaal. Was deel drie vooral een ingelaste pauze tussen twee grote conflicten in, als Matteo zich in geboorteland Spanje aansluit bij de Partizanen geeft dat een positieve impuls aan deze verhalencyclus.
Het album is niet zo goed als het eerste deel, maar veel interessanter dan deel twee en zeker dan deel drie.
Gibrat heeft met dit vierde deel de opgaande lijn te pakken...

 

(HH)

Interesse? Koop het album hier!