Recensie De Blauwbloezen integraal 1 HC door Louis Salverius & Raoul Cauvin

 Recensie De Blauwbloezen integraal 1 HC door Louis Salverius & Raoul Cauvin


Recensie De Blauwbloezen integraal 1 HC 

door Louis Salverius & Raoul Cauvin

 

Louis Salvérius begon bij Robbedoes – net als veel jonge tekenaars – met de puzzels en redactioneel werk. Hij promoveerde tot het bewerken van gevestigde stripreeksen voor pocket-uitgaven (plaatjes moesten ingekort, maar ook bijgetekend worden) en werd gevraagd een aantal micro-albums te tekenen, waarin hij een voorkeur aan de dag legde voor indianen. Zijn grote kans kwam toen Morris Dupuis verruilde voor Dargaud en zijn lonesome cowboy meenam.
Er moest een nieuwe cowboy-strip komen, en rap. Salvérius werd gekoppeld aan Raoul Cauvin. Die vulde als scenarist in de tijd dat ik een abonnement op de Robbedoes had zo'n beetje in z'n eentje het gehele blad en was tegen die tijd uitgegroeid tot één van Robbedoes' belangrijkste scenaristen.
In 1968 zat hij echter – net als Salverius – gewoon kleine klusjes op te knappen en vermoedde niemand wat hij in z'n mars had.
Samen maakten ze De Blauwbloezen, die aan een zegetocht begonnen die nu alweer zo'n vijftig jaar duurt en zestig albums opleverde.
Daarvan zijn er slechts een gering aantal van Salvérius' hand. Zes albums tekende hij (waarvan twee gevuld met korte verhalen) voor hij in 1972 veel te jong overleed.
Dupuis bundelt in deze eerste integrale in chronologische volgorde de eerste helft van Salvérius' Blauwbloezen-werk.
Aanvankelijk zijn de poppetjes nog erg rond en ligt de nadruk op de gag. Naast korte verhalen staan er in deze bundel ook een aantal éénpagina-gags. Gaandeweg stort het tweetal zich op albumvullende verhalen en worden de tekeningen minder karikaturaal.
De Blauwbloezen zullen hun definitieve vorm pas vinden als tekenaar Willy Lambil het tekenwerk overneemt, maar dat komt slechts door de korte tijd die Salvérius gegeven was en niet door gebrek aan talent. Het is in deze integrale bundeling goed te zien wat voor groei de man doormaakte.
Cauvin groeit ook als een idioot en maakt schijnbaar haast moeiteloos de stap van de korte grapgerichte strip naar complete albums waar de grap weliswaar nog steeds belangrijk is, maar ondergeschikt aan het verhaal.


Deze integrale bevat – net als veel van z'n voorgangers – een flink dossier met biografieën van de makers, achtergronden, uniek beeldmateriaal... en foto's!
Stripmakers zijn namelijk nogal schuchtere mannetjes. Voor onze rubriek Vlooien met Balbo ben ik regelmatig op zoek naar foto's van stripauteurs en die zijn op internet niet of nauwelijks te vinden (behalve van de hele grote namen). In de dossiers van dit soort integrale uitgaven zie je eindelijk eens hoe de mannen die werkten voor het blad Robbedoes er indertijd uitzagen.
Kortom, een dikke pluim voor dit fraaie eerbetoon aan Salvérius, die alweer ruim vijfenveertig jaar niet meer onder ons is...



(HH)

Interesse? Koop het album hier!