Recensie Jan Kordaat integraal 02 HC 1946-1950 door Eddy Paape, Jean Doisy & Yvan Delporte

Recensie Jan Kordaat integraal 02 HC 1946-1950 door Eddy Paape, Jean Doisy & Yvan Delporte

 

Recensie Jan Kordaat integraal 02 HC 1946-1950
door Eddy Paape, Jean Doisy & Yvan Delporte

 

Het tweede deel van de integrale Jan Kordaat bestaat gehéél uit strips die nooit eerder officieel in boekvorm verschenen. Hoe is dat anno 2016 mogelijk? Waarom liet uitgeverij Dupuis 200 pagina's van één van de grootmeesters van de Belgisch-Franse stripkunst 70 jaar lang ongebruikt op de plank liggen?
De redenen daarachter leest u in het lijvige dossier dat aan de strippagina's voorafgaat in Jan Kordaat integraal 2 1946-1950. Eén van die redenen is dat Charles Dupuis niets zag in Eddy Paape. Hij verwachte dat hij als opvolger van Jijé net zoals Jijé ging tekenen, maar dat kon Paape – die uit de tekenfilmindustrie kwam en kunstschilder wilde worden – helemaal niet.
Jijé was ook niet bijster te spreken over het werk van Paape die volgens hem alle personages tekende met hun broek achterstevoren aan.
Er zit wat in. Eddy Paape heeft in deze vroege verhalen nog niet de stijl gevonden waar hij beroemd mee geworden is. Leg zijn Oom Wim's en zijn latere (wél uitgegeven) Jan Kordaats er maar eens naast. Daarin heeft hij een door – onder andere – Milton Caniff beïnvloedde stijl die hij gemeen had met Hubinon en Graton (in zijn vroege jaren tenminste). Helder, overzichtelijk en toch soepel.
Angelo Torres, Yves Chaland en Serge Clerc zouden er later de atoomstijl uit smeden.
Iets van die typische Belgisch-Franse realistische manier van tekenen zien we in dit album pas in de laatste twee verhalen terug, als Paape zich met veel moeite loswurmt uit het keurslijf dat hem niet paste: Dat van Jijé-kloon.


De eerste verhalen uit deze bundel zijn nog geschreven door Jan Kordaat-bedenker Jean Doisy, maar die geeft er na Diamanten de brui aan en laat Paape spartelend aan zijn lot over. Die moet nu ook maar zien een avontuur te schríjven. Het lukt hem van geen kant.
Waren de verhalen van Doisy naar huidige maatstaven al onder de maat, Paape komt niet verder dan oude detective clichés opwarmen en actiescènes achter elkaar te plakken. Eerlijk gezegd valt het verhaal Jan Kordaat speurder nauwelijks te lezen.
Maar dan treedt een als medewerker van de firma Dupuis eigenlijk mislukte employee uit de coulissen naar voren: Yvan Delporte, de latere, legendarische redacteur van Robbedoes schrijft de laatste twee verhalen in deze bundel. Zijn De duivelsrots en Jan Kordaat tegen Cor de Aasgier zijn korte verhalen, maar ze verraden meteen al veel meer structuur en aandacht voor karakter dan alle voorgaande verhalen, die van Doisy incluis.
Jan Kordaat is dan eindelijk op weg een volwassen én volwaardige strip te worden.

 

Deze tweede Jan Kordaat bundel heeft dan ook veeleer een historische dan een artistieke waarde. Je ziet de Europese strips haar groeistuipen overwinnen, soms op bijna pijnlijke manier. Volwassen worden – we weten het allemaal – gaat niet zonder slag of stoot.
Goed dus dat deze verhalen eindelijk aan de vergetelheid zijn ontrukt en dat we nu met eigen ogen kunnen beoordelen of uitgeverij Dupuis terecht deze strips uit de handen van de verzamelaars hield.
Het dossier voorin van Christelle en Bertrand Pissavy-Yvernault is voor wie geïnteresseerd is in de puberteit van de Europese strip alleen al onontbeerlijk...



(HH)

Interesse? Koop het album hier!