Recensie Louis-Ferdinand Celine en de kolonie van collaborateurs van Christophe Malavoy & Paul en Gaetan Brizzi

 

Recensie Louis-Ferdinand Celine en de kolonie van collaborateurs
door Christophe Malavoy & Paul en Gaetan Brizzi

 

Toen ik Louis-Ferdinand Céline's bekendste boeken Reis naar het einde van de nacht en Dood op krediet gelezen had – aan het eind van mijn tienerjaren – besloot ik ál zijn werk aan te schaffen. Geen eenvoudige klus in het tijdperk voor internet.
Kannonnevoer stond enige tijd in gekopieerde vorm (de bieb had het boek wel en het was maar een dun boekje) in mijn boekenkast voor ik er in slaagde een echt exemplaar te bemachtigen. Ook las ik artikelen en biografieën over de man, waaruit me één ding zonneklaar werd: Wat een akelig stuk verdriet hij geweest moest zijn!
Maar wel een geniaal schrijver. Hoewel... ik kreeg spijt van mijn drang tot completisme toen ik Normance – Feeërie voor een andere keer II probeerde te lezen. Página's lang schold meneer Destouches (zoals Céline's echte naam luidt) op zijn gehandicapte bovenbuurman die vanuit zijn invalidenwagentje volgens Céline de bommenwerpers 'dirigeerde'. Céline probeerde op papier een macaber ballet (met een invalidenwagentje!) op de maat van de bominslagen in Parijs te creëren.
De mensenhaat en de achterdocht hadden de man nu zó te pakken dat er weinig anders meer uit zijn vingers kwam dan een koortsachtige en paranoïde woordenbrij.
Hij heeft dus ook rommel geschreven, maar de meeste van zijn andere boeken vond ik prachtig. Met name zijn Duitse-trilogie Van het ene slot naar het andere, Noord en Rigodon, dat postuum werd samengesteld uit honderden losse briefjes en aantekeningen.

 

Ook in stripvorm kon je Céline verzamelen, zij het in afgeleide vorm.
Jacques Tardi's werk is – met name als hij de Eerste Wereldoorlog tot onderwerp neemt – doordesemt van Céline.
Bitter, koud en somber, weinig vertrouwen in de mens, die volgens Céline niet meer is dan een homp vlees (Céline was arts) die voortgedreven wordt door eigenbelang, lafheid en lage lusten.
Tardi bevestigde de invloed door drie van Céline's boeken te illustreren, waarvan er helaas slechts één (Reis naar het einde van de nacht) een Nederlandse vertaling haalde.
Maar nu is er een échte strip van Céline. Of liever: óver hem. Céline en de kolonie van de collaborateurs is een stripbewerking van de drie boeken die Céline schreef over zijn vlucht uit Frankrijk. De geallieerden hadden voet aan wal weten te zetten in het door Hitler gedomineerde rijk en het werd Céline en andere collaborateurs te heet onder de voeten.
Was Céline fout in de oorlog? Het is een debat waar tot op heden geen overeenstemming over is bereikt.
Antisemitisch was-ie zeker, en niet zo'n beetje, maar gold dat eigenlijk niet voor héél veel Fransen? Hij voelde zich in ieder geval schuldig genoeg om op de loop te gaan.
Al zaten de Duitsers niet te wachten op zo'n konvooi van overlopers, toch vond men voor hen onderdak in Sigmaringen. Vandaaruit ondernam Céline een – uiteindelijk – geslaagde poging zijn vlucht voort te zetten naar Kopenhagen, waar hij een gedeelte van de opbrengst van zijn boekverkoop in goud veilig had gesteld.
In Denemarken belandde hij echter in het gevang.
Maar dan ben ik al voorbij aan de in dit stripboek beschreven periode; De reis van Frankrijk – via Sigmaringen – naar Kopenhagen.

Drie boeken beslaat de Duitse trilogie. Die zijn natuurlijk onmogelijk samen te vatten in 96 pagina's stripverhaal. Malavoy heeft moeten ver- en inkorten. Daarbij gaat veel verloren, maar niet de essentie van dit verhaal.
Christophe Malavoy heeft in deze bewerking het karakter van Céline zélf goed neer te zetten.
De tekenende broertjes Paul & Gaëtan Brizzi slagen er nog beter in de man in potlood te vangen. Ik heb veel foto's van Céline gezien en zij zetten een zeer geloofwaardige Céline op papier. Hun zwart-wit tekeningen zijn sowieso erg fraai. De koppen van de doorgedraaide collaborateurs en de Duitse kopstukken die met hen opgescheept zitten worden hier en daar flink overdreven , haast karikaturaal neergezet, hetgeen de hysterie en de chaos van de periode alleen maar onderstreept.
Het tekenwerk doet enigszins denken aan dat van Loisel & Tripp voor Magasin general, maar de sfeer had er niet verder vanaf kunnen staan. Magasin general is zacht en teder, Céline en de kolonie van collaborateurs rauw en hard.
Het enige minpuntje aan dit album is dat de Duitse trilogie misschien een wat te grote hap is voor een stripbewerking, de auteurs hebben noodgedwongen té grote stappen moeten nemen en veel, heel veel moeten weglaten.
De sfeer die de boeken van Céline ademen hebben ze wel weten te behouden, en dat vind ik eigenlijk het belangrijkste bij een bewerking. Zeker als het Céline betreft. geen gemakkelijke klus om zijn proza naar het medium strip te vertalen.
Maar het is de heren gelukt.
Céline en de kolonie van collaborateurs is daarmee eerder een karakterschets van Céline tijdens de laatste oorlogsjaren dan een bewerking van zijn Duitse trilogie...

(HH)

Interesse? Koop het album hier!