Recensie Guus Slim integraal 1 Privedetective, aangenaam... & 2 Detective op dreef HC door Maurice Tillieux

 Recensie Guus Slim integraal 1 Privedetective, aangenaam... & 2 Detective op dreef HC door Maurice Tillieux

 

Recensie Guus Slim integraal
1. Privedetective, aangenaam... &
2. Detective op dreef HC
door Maurice Tillieux

 

De integrale Guus Slim werd al eens eerder gebundeld door uitgeverij Dupuis. En al zijn die bundels al weer járen van de markt, toch zal de bezitter van de zes oorspronkelijke Guus Slim banden zich afvragen wat de nieuwe uitgave van uitgeverij Arboris daaraan toe te voegen heeft.
Nou... in de oorspronkelijke omnibussen vind je geen informatief dossier zoals dat tegenwoordig onontbeerlijk is voor een integrale van een klassieke strip. Hoewel de dossiers in de eerste twee Arboris-bundels zeker de moeite van het lezen waard zijn, zal het er in de praktijk vaak op neer komen dat je ze één enkele keer doorneemt.
In de eerste twee oude bundels zijn zelfs korte verhalen opgenomen die in de Arboris uitgave niet te vinden zijn, al belooft de uitgeverij ons dat in volgende delen alle korte en onuitgegeven verhalen aan de beurt zullen komen.
De nieuwe bundels zijn modern vormgegeven en fraai van kleur, maar het verschil met de Dupuis-omnibussen is gering.

 

Wat opvalt bij het (her)lezen van de eerste zes Guus Slim-albums zoals je die vindt in Privédetective, aangenaam... & Detective op dreef is dat Tilleux eerder kaler dan béter gaat tekenen naarmate de reeks vordert. Eerst denk je nog: dat zal wel door tijdgebrek komen, maar wie het dossier goed leest vindt daarin de oorzaak: Meneer Dupuis was wild van de tekenstijl van Morris en Franquin en spoorde alle tekenaars van het weekblad Robbedoes aan om zoveel mogelijk in de stijl van Robbedoes en Lucky Luke te tekenen.
Hoewel Tillieux' stijl ten tijde van Guus Slim vrij dicht tegen die van Franquin aanschuurde had hij toch moeite met het imiteren van de Robbedoes-tekenaar. Tillieux was meer beïnvloed door Hergé en de overdrijving die Franquin gebruikte lag hem niet zo. De hoofden moesten groter en al lukte dat bij de karikaturale Vlinder en Spek aardig, Guus kreeg hij op die manier maar niet naar tevredenheid op papier.
Voor de verhalen Vrachtboten in de avond, Bomaanslag in de bergen en – in mindere mate – De hel van Texiguay lijkt Tillieux te proberen dan maar Morris als uitgangspunt te nemen. Dat ligt hem nog veel minder en de tekeningen van de tweede integrale zijn dan ook minder interessant dan die van de eerste. Morris' tekeningen mogen simpeler ogen, souplesse is voor die stijl onontbeerlijk en voor Lucky Luke-achtig tekenwerk zijn Tillieux tekeningen te stijf.
Trouwens, ook de verhalen uit de eerste bundel zijn beter en meer doordacht.
Op de verhalen uit de eerste bundel valt weinig aan te merken, maar de ontsnapping uit de hel van Texiguay – het kamp waar nooit eerder iemand levend uit ontsnapte – in het tweede deel wordt door Guus even iets te vlot gefixt. Het plot van Bomaanslag in de bergen is dan weer te ver gezocht.
De autootjes waar Tillieux zijn strips vol mee propt zijn echter een lust voor het oog, hij schijnt – ook al weer gelezen in het dossier – obsessief bezig te zijn geweest met zijn auto; haalde 'm schroefje voor schroefje, boutje voor boutje uit elkaar om te doorgronden hoe zo'n ding in elkaar stak; Het loont zich als je ziet hoe hij van zijn auto's echte karakters heeft gemaakt en ze net zo hard op hun donder geeft als hij dat met zijn helden soms doet.
Klassieke strip? Zeker, maar nèt niet zo goed als de groten uit die tijd.
Misschien had er meer ingezeten als meneer Dupuis zich er niet tegenaan bemoeid had en Tillieux lekker zijn eigen gang had laten gaan...

 

(HH)

Interesse? Koop het album hier!