Recensie De rest van de wereld 1 door Jean-Christophe Chauzy

 Recensie De rest van de wereld 1 door Jean-Christophe Chauzy

 

Recensie De rest van de wereld 1 HC
door Jean-Christophe Chauzy

 

Soms denk je bij het zien van natuurrampen op TV: 'Het zal je maar overkomen' maar al vrij snel wordt die gedachte – bij mij – verdrongen door: 'Dat komt hier niet voor.' Ik kan me één aardbeving herinneren, toen was het alsof er iemand aan mijn bed schudde om me wakker te maken (dat lukte overigens) en een overstroming van de Prinsessetunnel waardoor je tot de naaf door het water moest fietsen. Heel heftig was hier in Enschede natuurlijk de vuurwerkramp. Ook iets waarvan je dacht dat het in het veilige Westen niet kon gebeuren, maar die ramp was niet toe te schrijven aan een natuurverschijnsel maar aan menselijke hebberigheid en onvoorzichtigheid.
Een stripserie die veel gebruik maakt van natuurgeweld en natuurrampen is Bernard Prince, maar de Franse Prince onderging die natuurrampen niet thuis op de bank, maar zocht het gevaar uit eigen beweging met zijn Cormoran op. Geen pech, maar dom. Of zoals Emiel van de Friese band De Hûnekop het verwoordde als er weer eens een Nederlander in een ver land om het leven gekomen was: 'Wat doch se dér ek?' (Wat doen ze daar dan ook?).


In de strip De rest van de wereld slaat het natuurgeweld totaal onverwacht veel dichter bij huis toe.
Marie heeft een moeilijke periode achter de rug. Ze is gescheiden van haar man die haar inruilde voor een jong ding. Ze heeft met haar kinderen een maand lang vakantie gevierd in de Pyreneeën en dropt ze nu bij kennissen die daar in de buurt wonen om zelf even rustig het vakantiehuisje te kunnen opruimen. Onderweg wordt ze tot twee keer toe geconfronteerd met een groep in wilde paniek vluchtende dieren. Een voorteken. Eenmaal terug in de berghut breekt het onweer los en begint de grond te schudden. Het natuurgeweld is zó hevig dat het hele gebied ontregeld wordt. Huizen storten in, rivieren overstromen, autoverkeer is onmogelijk door aardverschuivingen, mobieltjes vallen uit. Er zijn honderden slachtoffers en Marie is gescheiden van haar kinderen. Haar eerste zorg: Wat zal haar ex hier van zeggen? Die zal haar nalatigheid verwijten. Maar ze herpakt zich en gaat zwevend tussen hoop en vrees op zoek naar Jules en Hugo...
Het natuurgeweld wordt prachtig in beeld gebracht door Jean-Christophe Chauzy (Clara, De gitaar van Bo Diddley). De bergen dansen over de pagina's en sidderen onder de bliksemschichten die door het onheilspellend zwarte zwerk klieven. Verderop in het verhaal ligt de nadruk meer op de mens en de psychologische druk die optreedt in een van de buitenwereld afgesloten rampgebied waar tekort aan voedsel en water heerst.


In hoeverre de emotionele en relationele perikelen van Marie echt wat toevoegen aan dit verhaal over door een ramp overvallen toeristen, dat valt uit dit eerste deel nog niet helemaal op te maken.
Voorlopig lijkt het er op dat De rest van de wereld ook zonder die extra bagage al voldoende drama in zich draagt.
Achterin het boek zijn een aantal pagina's met schetsen van Chauzy opgenomen waarin de ramp centraal staat. Een genot om naar te kijken, want hoe gruwelijk ook, een natuurramp levert – zeker dankzij de afstand die het grafische medium schept – prachtige plaatjes op...

(HH)

Interesse? Koop het album hier!