Recensie Tibet De genezing van Mhusha de slagersdochter door Mark Hendriks

 Recensie Tibet De genezing van Mhusha de slagersdochter door Mark Hendriks

 

Recensie Tibet
De genezing van Mhusha de slagersdochter
door Mark Hendriks

 

Mark Hendriks timmert al ruim twintig jaar aan de weg als stripschrijver/tekenaar, maar om de één of andere reden heb ik nog nooit een boek van 'm opgepakt. Waarom niet? Tja, die wat ruwe tekenstijl trok me toch minder aan en dan altijd maar die Oosterse types en verhalen...
Nu hij bij uitgeverij Scratch Tibet De genezing van Mhusha de slagersdochter heeft laten verschijnen werd ik genoeg geprikkeld om me er toch maar eens aan te wagen.
Wie het aandurft een stripalbum van 400 pagina's te gaan vervaardigen moet toch wel wat in zijn mars hebben, nietwaar?
Het is duidelijk dat Hendriks sinds zijn selfpublishing dagen flink gegroeid is.
Hoewel zijn hoofdpersonage Mhusha nog steeds die wat hoekige, mij wat minder aansprekende, Tomoyo-kop draagt is de rest van zijn tekenwerk verrassend goed. Het blijft natuurlijk een manier van tekenen die bij een groot deel van de striplezers reacties uit zal lokken als: 'Die man kan niet tekenen', maar wie wat beter kijkt ziet dat Hendriks wel degelijk tekenen kan, maar voor zichzelf het avontuur zoekt en geen genoegen neemt met simpel natekenen wat hij ziet.
Wat dat betreft is zijn keuze voor Oosterse verhalen perfect: Sommige van zijn (landschap)tekeningen lijken ontstaan vanuit dikke en spontane penseelstreken, zoals dat ook ik Japanse prentkunst vaak het geval is.
Hendriks' werk is net zo goed beïnvloed door stripkunst als door 'grote' kunst. De bevreemdende soepelheid waarmee hij – met name – zijn landschappen en kloosters neerzet doet wel wat denken aan het tekenwerk van Alfred Mazure van Dick Bos. Die kon ook met een paar penseelstreken dingen suggereren die hij feitelijk helemaal niet echt getekend had. Knap werk en alleen al de tekeningen rechtvaardigen de aanschaf van dit boek.

Het verhaal dat Hendriks hier vertelt lijkt redelijk rechtlijnig: Mhusha's lichaam is bedekt met kleine rode vlekjes, die maar niet verdwijnen, zelfs niet met de hulp van Chiba Lama.
Mhusha krijgt toestemming van het klooster waar ze voor werkt om Lama Trappa Snangba in Dbu Li op te zoeken die haar – als ze zijn tempel overschildert – van haar demon zal bevrijden en de kwaal zal genezen.
Maar Tibet is een gevaarlijk land en de kaart die ze meekrijgt is een spirituele kaart in plaats van zo'n makkelijk te interpreteren ANWB-exemplaar: Langs energetische weg zal haar de te volgen route geopenbaard worden. Of niet, dat weet je maar nooit.
Hendriks geeft in dit album blijk van respect voor de Tibetaanse rites en tradities (de literatuurlijst achterin het boek is indrukwekkend) maar tegelijkertijd legt hij de hypocrisie ervan genadeloos bloot: De Lama's zijn aan de ene kant naïef – aan het begin van het verhaal gaan ze de wereldvrede werkelijkheid maken door met z'n allen 108 keer het Om Mani Padme Hum op te zeggen. Als dat erop zit 'pakken ze de hongersnood aan' door duizend keer Om Mani Padme Hum op te zeggen.
Aha. Werkt natuurlijk feilloos, zo'n methode...
Ook de beweegredenen van de Lama's zijn niet allemaal even zuiver en ze maken flink misbruik van de goedgelovigheid van de Tibetaanse bevolking.


Ondanks de vrijgeleide die Mhusha en haar buurvrouw meekrijgen blijkt de weg naar Dbu Li vol gevaren. Dat blijkt wel als Mhusha haar vrijgeleide verliest en groepje soldaten besluit haar die na te brengen, omdat er op reizen zonder vrijgeleide een forse straf staat: amputatie van minstens één lichaamsdeel. Goed bedoeld, maar waar Mhusha en haar vriendin redelijk ongeschonden het rijk door kunnen trekken loopt het met de soldaten heel wat minder goed af.


Hendriks' verhaal zit vol mythologie, demonen, valse meesters, vreemde sektes, seks en geweld.
Het heeft wel wat weg van De Odyssee van Odysseus, die op de terugweg van Troje te maken krijgt met allerlei vreemde obstakels op zijn weg.
Het is 't beste om het allemaal maar niet teveel cerebraal te benaderen, maar het over je heen te laten komen.
Wat Hendriks nu precies allemaal wil zeggen met Tibet laat zich na één leesbeurt nog niet ontsluiten, maar zeker is dat ik Tibet een fantastische leeservaring vond.
Waarom het twintig jaar geduurd heeft voor ik Hendriks op waarde wist te schatten weet ik niet, maar een volgend boek zal ik niet licht overslaan...

(HH)

Interesse? Koop het album hier!