Recensie Roodbaard bundel 2 HC
De kapitein zonder naam
Het brandmerk van de koning
Muiterij op 'De Oceaan'
door Victor Hubinon & Jean-Michel Charlier
Het eerste deel van de door Sherpa zo fraai gebundelde Roodbaard-herdrukken verraste me behoorlijk. Natuurlijk had ik als stripverzamelaartje in de dop de avonturen van Roodbaard gelezen, en natuurlijk had ik alle Hubinon-afleveringen in mijn kast staan, maar ik verkeerde in de veronderstelling dat ik de klassieke piratenstrip ontgroeid was.
Een misvatting van jewelste! Roodbaard blijkt ook in de 21e eeuw nog niets aan kracht ingeboet te hebben en voor veertigplussers evenzeer interessant als voor tieners.
Beoordeelde ik tekeningen van Victor Hubinon aanvankelijk als 'stijf', bij nader inzien zijn ze eerder ongelofelijk helder.
Alles wat er op moet staan staat er op, en niet meer dan dat. Zelden bracht een tekenaar zo effectief een verhaal in beeld.
Schrijver Jean-Michel Charlier werkte zich niet alleen uit de naad, hij had ook een enorm brede belangstelling en verzamelde documentatie over van alles en nog wat. Je wist nooit wanneer het eens van pas kon komen voor een verhaal...
Daardoor schreef hij net zo gemakkelijk een piratenstrip als een vliegtuigstrip, dan weer in één moeite door een western.
Het lijkt althans alsof Charlier zijn hand niet voor een scenario'tje meer of minder omdraaide, in werkelijkheid zwoegde hij behoorlijk hard op zijn verhalen en tilde ze daarmee ver boven de middelmaat uit.
Ik dacht na het lezen van de eerste bundel: Ja, aan het begin van zo'n reeks heb je genoeg elementen om een goed verhaal van te brouwen, maar eenmaal een paar avonturen onderweg zakt de kwaliteit vast in. Piraterij is tenslotte een vrij beperkt gegeven voor een strip. De volgende bundels zouden vast gaan tegenvallen...
Niets daarvan!
In de tweede bundel probeert Erik aanspraak te maken op zijn erfdeel en titel.
Zijn echte vader was de heer van Montfort en Erik heeft de papieren om het te bewijzen. De huidige heer van Montfort, monsieur D'Argout is echter niet van plan om zijn 'bezit' zonder slag of stoot over te dragen aan zijn dood gewaande achterneef.
In de drie verhalen in bundel twee moet Erik het steeds opnemen tegen schurkachtige hoge heren, daarbij ernstig gehinderd doordat hij voortdurend de schijn tegen heeft.
Dat hij de zoon van een beruchte piraat is draagt natuurlijk ook niet positief bij.
Goed vertelde, vindingrijke verhalen en al komt het toeval Erik misschien wat al te vaak op het nippertje te hulp; is dat niet het kenmerk van een avonturenverhaal?
Ik zal mijn mening moeten herzien: Roodbaard's tweede bundel is bijna net zo goed als de eerste.
Charlier houdt het niveau hoog en de vaart er in.
Zo'n Roodbaardbundel is een erg goede investering, want je krijgt potdorie wáár voor je geld. Wil je door sommige strips nog wel eens in een kwartiertje heenvliegen, met een Roodbaard van Charlier ben je een flinke poos onder de pannen.
Mijn plan om bundel drie en vier er maar meteen achteraan te lezen sneuvelde op tijdgebrek, toen aan het eind van bundel twee de zondagmiddag zomaar ineens op bleek te zijn!
Hubinon & Charlier hadden me met slecht één bundel een hele middag in hun ban gehouden...
(HH)