Recensie Aama 1 De geur van warm stof
door Frederik Peeters


 

Het gold ooit als het meest progressieve genre binnen de strip: science-fiction.
Heavy Metal – hét vooruitstrevende striptijdschrift – stond er vol mee, Moebius ontworstelde zich ermee aan zijn alter ego Giraud en Dick Matena maakte zich ermee los van de strip-voor-alle-leeftijden.
Anno 2014 lijkt er weinig meer over van de vlucht die de science-fictionstrip in de jaren tachtig van de vorige eeuw nam.
Waar de fantasy-strip zich ongebreideld blijft vermenigvuldigen, blijft het aantal science-fictiontitels dat jaarlijks verschijnt zeer beperkt.
Reden te meer om blij te zijn met Aama van Frederik Peters, dat je met weemoed terug doet denken aan de jaren tachtig, maar toch ook genoeg te bieden heeft om vijfendertig jaar later in een veranderd striplandschap overeind te blijven.
Aama is Virl, maar moderner.
Aama is Schipbreuk in de tijd voor de eenentwintigste eeuw.
Aama is beïnvloed door Moebius, maar geen blinde kopie.



Het eerste deel telt meteen 86 pagina's, waarin we kennismaken met Verloc Nim.
Hij wordt door zijn broer en diens robot Churchill – die eruitziet als een gorilla – uit de goot gevist en probeert aan de hand van zijn papieren dagboek (een anomalie in Verloc's tijd, papieren boeken bestaan nauwelijks meer) zijn geheugen te reconstrueren.
Het wordt al snel duidelijk dat het leven hard is geweest voor Verloc, maar ook dat hij dat gedeeltelijk te danken heeft aan zijn eigenwijsheid. Verloc verzet zich tegen de oprukkende technologische vooruitgang en weigert klakkeloos aan te nemen wat 'men' hem voorschrijft.


Aama is een boeiende en intelligente science-fictionstrip die ergens hangt tussen John Difool en Aldebaran. Minder zweverig dan de eerste, diepgaander dan de tweede.
De lezer tast zelfs na ruim tachtig bladzijden nog een beetje in het duister naar waar de auteur naar toe wil, maar toch is Aama een stuk concreter dan veel jaren tachtig SF, die nogal eens bleef hangen in half waargemaakte pretenties.
Auteur Frederik Peeters schijnt in Frankrijk een grote jongen te zijn met 25 titels op zijn naam.
In Nederland verschenen eerder slechts drie strips van zijn hand, het semi-autobiografische Blauwe pillen, de surrealistische jeugdstrip Koma en het eerste deel van het vierdelige Lupus, dat helaas wegens het faillissement van de uitgever nooit verder vertaald werd.
Drie albums die naar méér smaakten.
Méér dat er dankzij uitgeverij Sherpa dan eindelijk van gaat komen...




(HH)