Recensie Dick Herisson deel 1 t/m 8
door Didier Savard



 

De collecties Charlie (Plus) en -Pilote van uitgeverij Dargaud werden begin jaren '80 opgestart om verhalen uit de weekbladen Charlie en Pilote (die niet in Nederland werden uitgegeven) te kunnen publiceren in ons taalgebied. Ik vind het onderschatte series.
Op zoek naar der Tijdvogel is eigenlijk de enige strip die uit de Collectie Charlie los wist te breken en het tot een verkoopsucces schopte dat tot op de dag van vandaag voortduurt.
Charlie- en Pilote-tekenaars als Franz (Thomas Noland) en Philippe Francq (Leo Tomasini, Vrouwen en steden) braken wel door naar het grote publiek (Lotusbloem, Jugurtha, Largo Winch), maar niet met hun Charlie- en Pilote strips. Vrijwel alle andere auteurs van de kleine negentig albums – die tussen 1984 en 1998 verschenen – zijn in de vergetelheid geraakt...
Toen ik tekenaar/schrijver Didier Savard google-de vond ik zo goed als niets. Een paar regels op Lambieks Comiclopedia. Dat was 't.
Zijn Dick Herisson was toch beste aardig, meende ik mij te herinneren.
Tijd om eens in de archieven te duiken en te kijken of een rehabilitatie op zijn plaats is...

 


Acht delen verschenen er van de klare lijn-detective Dick Herisson (al schijnen er in Frankrijk en Duitsland nog drie delen meer te bestaan).
Ook na het doorlezen van alle Nederlandse albums is me niet helemaal duidelijk geworden of Dick Herisson nu als een parodie op pulpheld Harry Dickson beschouwd moet worden of niet.
De naam doet het vermoeden, maar hoewel er humor zit in de strips van Savard had ik niet de indruk dat hij de spot met de detectivestrip wil drijven.
Toegegeven, de held Dick Herisson himself loopt aanvankelijk maar wat nutteloos in de strip rond – het echte speurwerk wordt verricht door zijn maatje de journalist Jerome Doutendieu – maar Dick Herisson komt op mij eerder over als een eerbetoon aan klassieke klare-lijn strips als Kuifje, Blake & Mortimer en Lefranc dan als een parodie. Wie de acht albums van Savard aandachtig leest vindt dan ook her en der verwijzingen naar Savards grote voorbeelden.
Maar Didier Savard wordt niet uitsluitend geïnspireerd door het stripverhaal. Ook de schilderkunst en andere kunstvormen duiken regelmatig op in zijn strips.
Zo verwijst het tweede Dick Herisson avontuur De oor-rovers naar Vincent van Gogh.
Acht doden zijn er al gevonden in Arles (waar anders?) en van allemaal ontbreekt het linkeroor!
De ontknoping zal ik niet verklappen, maar het werk van van Gogh speelt er een rol in.
In het derde deel De laatste akte staat een onvoltooide opera van Puccini centraal en in voorlaatste Nederlandse deel De tombe van Absalom worden er diverse lijken aangetroffen, elk in de buurt van een schilderij van Arminius Valdo. Die was gespecialiseerd in gruwelijke Bijbelse taferelen.
Alle slachtoffers zijn op dezelfde manier aan hun eind gekomen als op de desbetreffende schilderijen is afgebeeld...

 


Het figuren die Savard tekent zijn niet spectaculair, maar afdoende. Zijn tekenstijl hangt ergens tussen de echte klare lijn en de manier waarop bijvoorbeeld Jacques Tardi die interpreteert.
Savards werk is niet zo gestileerd als het werk van Angelo Torres en Yves Chaland, die de klare lijn opleukten tot de Atoomstijl. In die zin is Didier Savard tweede garnituur. Hij besteedt aanzienlijk meer aandacht aan zijn decors dan aan zijn 'poppetjes' en dat levert fraaie plaatjes op, zeker omdat hij zijn verhalen het liefst laat spelen in overvolle bibliotheken, uitpuilende musea, vervallen ruïnes en pittoreske stadjes. Wie door de wat vlakke inkleuring heen weet te kijken ziet dat de man wel degelijk wat kan en elk album steeds ietsje beter wordt.

 


Wat de strip redt en uittilt boven de gemiddelde rechttoe-rechtaan detectivestrip is de buitenissige setting. Daarin doet Dick Herrison een beetje denken aan Tardi's Isabelle Avondrood.
Savard moet er nog een beetje inkomen met het eerste album De schim van de torero; een wat doorsnee speurverhaal, dan volgt het eerder genoemde De oor-rovers.
In De laatste akte komt Savard met een Spook van de opera-achtig verhaal op de proppen.
De vampier doet bij tijd en wijle denken aan Victor Hugo's De gebochelde van de Notre-Dame; het werk van Markies De Sade speelt er een rol in en er is een glansrol weggelegd voor een krankzinnige nazi-geleerde. Met het einde van het verhaal kan de lezer op een wat navrante manier bijzonder tevreden zijn...
Voor De terug keer van de zeedemon speelt Savard leentjebuur bij het oeuvre van H.P. Lovecraft, en probeert een archeoloog een vergeten godheid weer op de troon te krijgen.
De broeders van het kwaad is een tien-kleine-negertjes verhaal dat inspiratie peurt uit het werk van Ellery Queen en Agatha Christie.
De tombe van Absalom hadden we al gehad en in het laatste (Nederlandse vertaalde) deel Het huis van de gehangene 'verherbouwt' Didier Savard bekende sprookjes als Sneeuwwitje en krijgt zowel de filmindustrie als het circusleven speciale aandacht.



Herissons speurwerk is niet altijd even doelmatig – in Broeders van het kwaad weet hij bijvoorbeeld het raadsel pas op te lossen als alle betrokkenen het loodje gelegd hebben – en de scenario's zijn niet spectaculair, maar het sfeertje is bijzonder aangenaam.
Goed voor een paar uur lekker ontspannen strips lezen en dus moet Dick Herisson inderdaad toch maar eens uit het vergeethoekje getrokken worden.
Bij deze!

 


(HH)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




Dick Herisson 1

Collectie Charlie 11

Dick Herisson 2

Collectie Charlie 14

Dick Herisson 3

Collectie Charlie 22




Dick Herisson 4

Collectie Charlie 41

Dick Herisson 5

Collectie Charlie 45

Dick Herisson 6

Collectie Charlie 49




Dick Herisson 7

Collectie Charlie 51

Dick Herisson 8

Collectie Charlie 53



Dick Herisson 9

alleen Frans/Duits-talig

Dick Herisson 10

alleen Frans/Duits-talig

Dick Herisson 11

alleen Franstalig